Zakkaartje voor V&V: ‘Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen’

 

Download hier het zakkaartje voor Verzorgenden & Verpleegkundigen

 

Wat is het?

Een zakkaartje met daarop een stappenplan voor verpleegkundigen en verzorgenden, dat zij kunnen volgen als zij bij een bewoner een urineweginfectie (UWI) vermoeden. Op de achterzijde staat een overzicht van klachten die bij bewoners kunnen duiden op een UWI. Ook staat er hoe je deze klachten kunt observeren, als bewoners deze zelf niet (goed) kunnen aangeven. De informatie op het zakkaartje is gebaseerd op de Verenso richtlijn ‘Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen’ (2018).

Waarom?

Dit zakkaartje beoogt bij te dragen aan het terugdringen van antibioticaresistentie door onnodig gebruik van antibiotica voor UWI terug te dringen. Dit wordt gedaan door het bevorderen van het goed diagnosticeren van UWI en vervolgens het op een juiste manier (niet) inzetten van antibiotica.

Voor wie is het?

Verpleegkundigen en verzorgenden die werken met kwetsbare ouderen (in verpleeghuizen).

Hoeveel tijd kost het?

Geen extra tijd: het zakkaartje kan erbij worden gepakt als je bij een bewoner vermoed dat er mogelijk een UWI kan spelen.

Wat is er nodig?

Het kaartje kan digitaal gebruikt worden; in dat geval is het aan te raden om het kaartje op te slaan op een device (computer, tablet, telefoon) dat je bij de hand hebt als je op de afdeling aan het werk bent.

Het kaartje kan ook afgedrukt op papier gebruikt worden. Je kunt het kaartje zelf uitprinten of laten afdrukken bij je repro-afdeling of huisdrukker. Je kunt het kaartje (laten) afdrukken op A6 formaat, zodat je het bij je kan dragen op een voor jou handige plek (b.v. in je jas of tas). Je kunt het ook (laten) afdrukken op een groter formaat: bijvoorbeeld op A4 formaat om in de teamruimte te leggen of aan de medicijnkar te hangen, of op posterformaat om in de teamruimte op te hangen.

Tips voor implementatie van het zakkaartje

  • Wijs één persoon aan die dit zakkaartje onder de aandacht brengt van de zorgteams. Inventariseer daarbij welke zorgteams behoefte hebben aan het zakkaartje, en in welke hoeveelheid en vorm. Zorg vervolgens dat alle teams het zakkaartje in de gewenste hoeveelheid vorm ontvangen.
  • Idealiter wordt na een bepaalde tijd een evaluatie van het gebruik van het zakkaartje gepland, bijvoorbeeld tijdens een teamoverleg. Bespreek hier met elkaar hoe een ieder het zakkaartje ervaart. Heeft het invloed op het handelen? Roept het nog vragen op? Is het wenselijk dat er naar aanleiding van het zakkaartje nog afspraken worden gemaakt? Welke acties zijn daarvoor nodig en wie voert deze uit?
  • Denk na over hoe het zakkaartje geborgd kan worden. Een voorbeeld is om het zakkaartje met enige regelmaat als onderwerp terug te laten komen tijdens een teamoverleg, en om het onderdeel te maken van een inwerkprogramma voor nieuwe zorgmedewerkers.

 Op welke evidence is het gebaseerd?

Het zakkaartje is ontwikkeld in het kader van een onderzoeksproject: het ANNA onderzoek. Het zakkaartje maakte binnen dit project deel uit van een pakket aan interventies gericht op de implementatie van de Verenso richtlijn ‘UWI bij kwetsbare ouderen’. Het ANNA onderzoek betrof een randomized controlled trial (RCT) waarbij verpleeghuizen in de interventiegroep het pakket aan interventies ontvingen, en verpleeghuizen in de controlegroep niet. In verpleeghuizen in de interventiegroep werd antibiotica voor UWI in 62% van de gevallen volgens de richtlijn voorgeschreven, in de controlegroep was dat in 49% van de gevallen*. Er waren daarbij geen aanwijzingen voor meer complicaties, ziekenhuisopnamen of overlijdens onder verpleeghuisbewoners met een verdenking op UWI in de interventiegroep. In totaalgebruik van antibiotica werd in de interventiegroep een sterkere afname geobserveerd in vergelijking met de controlegroep.

Omdat het zakkaartje onderdeel uitmaakte van een pakket aan interventies, is niet precies te zeggen wat het eventuele effect van het zakkaartje is op antibiotica voorschrijven volgens de richtlijn. Wel is in het onderzoek geëvalueerd hoe verpleegkundigen en verzorgenden het zakkaartje hebben ervaren. Op de vraag in welke mate het heeft geholpen bij het voorschrijven van antibiotica volgens de richtlijn, gaven artsen een gemiddelde score van 7,1 (op een schaal van 1-10). Op de vraag in welke mate zij het zakkaartje aanraden aan verpleegkundigen en verzorgenden, was de gemiddelde score 8,2.

Het zakkaartje zoals dit was ontwikkeld voor het ANNA onderzoek (in 2019) is verder doorontwikkeld. In de vernieuwde, huidige versie (van 2021) zijn aandachtspunten verwerkt die verpleegkundigen en verzorgenden uit het ANNA onderzoek hebben genoemd bij de evaluatie van het zakkaartje. Ook zijn hierin bevindingen uit het OKKO onderzoek verwerkt, over het observeren van UWI-gerelateerde klachten bij bewoners die deze klachten zelf niet (goed) kunnen aangeven.

 

*Dit verschil was niet statistisch significant, wat in ieder geval deels verklaard wordt doordat de benodigde inclusie aantallen voor deze studie niet behaald zijn.