UWI observatie checklist & 24-uurs observatielijst
Observatie checklist & 24-uurs observatielijst: wanneer het aankomt op het lezen van het gedrag
Download hier de UWI Observatie checklist.
Download hier de 24-uurs observatielijst.
Wat is het?
Twee hulpmiddelen voor de observatie van typische urineweginfectie (UWI) klachten bij kwetsbare ouderen die deze klachten zelf niet (goed) kunnen aangeven, bijvoorbeeld als gevolg van dementie. De observatie checklist is bedoeld om op één bepaald moment in kaart te krijgen of er mogelijk een UWI speelt bij een bewoner. Als de klachten erg vaag zijn of je kent de bewoner niet goed, kan de 24-uurs observatielijst ‘Urineweginfectie in beeld bij kwetsbare ouderen’ helpen om mogelijke UWI klachten in kaart te brengen.
Waarom?
Beide observatie hulpmiddelen beogen bij te dragen aan het meer correct signaleren van UWI bij kwetsbare ouderen die hun klachten niet (goed) kunnen aangeven. Hierdoor wordt bijgedragen aan het op de juiste manier (niet) inzetten van antibiotica voor UWI, en zo aan het terugdringen van antibioticaresistentie.
Voor wie is het?
Voor verpleegkundigen en verzorgenden (V&V) die werken met kwetsbare ouderen (in verpleeghuizen) die hun klachten niet (goed) kunnen aangeven.
Hoeveel tijd kost het?
Het invullen van de observatie checklist kost per bewoner maximaal 5 minuten; wanneer een medewerker eenmaal bekend is met de checklist kost het enkele minuten. Het invullen van de 24-uurs observatielijst vindt plaats gedurende de dag, doordat er tijdens de verschillende diensten (dag-, avond- en nachtdienst) aangekruist wordt als een bepaalde observatie wordt gedaan. Aan het einde van de 24-uurs periode worden de ingevulde gegevens geëvalueerd om te kijken of er vervolgactie nodig is. In totaal zal het gebruiken van de 24-uurs observatielijst per bewoner ongeveer 5 minuten kosten.
Voor beide observatie hulpmiddelen geldt dat het gebruik ervan ook tijd zou kunnen opleveren. Door meer alert te zijn op het vóórkomen van bepaalde observaties, kan namelijk sneller duidelijk worden of er een UWI speelt bij een bewoner of niet, en wat een passende vervolgactie is.
Wat is er nodig?
- De observatie hulpmiddelen zelf; uitgeprint op papier of gedigitaliseerd / geïntegreerd in het elektronisch cliëntdossier (ECD)
- Voor de observatie checklist: één verpleegkundige of verzorgende, bij voorkeur iemand die de bewoner goed kent
- Voor de 24-uurs observatielijst: één verpleegkundige of verzorgende per dienst (dag-, avond- en nachtdienst), dus drie in totaal
Tips voor gebruik/implementatie van de observatie hulpmiddelen:
- Wijs één of enkele personen binnen de organisatie aan die de observatie hulpmiddelen onder de aandacht brengen bij V&V en artsen. Denk bijvoorbeeld aan een kwaliteitsverpleegkundige, praktijkverpleegkundige, aandachtsvelder (verzorgende/verpleegkundige) incontinentiezorg of medewerker infectiepreventie.
- Deze persoon zorgt ervoor dat de observatie hulpmiddelen bekend zijn bij de zorgteams op de afdelingen en bij de artsen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een korte presentatie/klinische les, via de e-mail, via de intranet pagina van het verpleeghuis of via een nieuwsbrief.
- Deze persoon inventariseert ook welke zorgteams behoefte hebben aan de observatie hulpmiddelen (bijvoorbeeld: voor zorgteams op afdelingen waar bewoners hun klachten zelf goed kunnen aangeven, zijn de hulpmiddelen minder relevant), en welke voorkeuren er zijn voor het gebruik ervan. Bij een voorkeur voor gebruik op papier, inventariseert de persoon hoeveel exemplaren er op voorraad nodig zijn en hoe ervoor gezorgd kan worden dat deze voorraad voldoende blijft. Als zorgteams voorkeur hebben voor digitaal gebruik, zorgt de persoon dat er contact opgenomen wordt met een ICT-afdeling om de mogelijkheden te bekijken voor het digitaliseren van de hulpmiddelen / het integreren van de hulpmiddelen in het ECD.
- Deze persoon volgt ook of de hulpmiddelen worden ingezet in de praktijk. Bijvoorbeeld door dit als agendapunt/rondvraag te (laten) benoemen tijdens teamoverleggen. Hierbij is het van belang dat er aandacht is voor de dingen die als prettig worden ervaren aan de hulpmiddelen, maar ook aan mogelijke verbeterpunten. Zijn er dingen die anders kunnen om ervoor te zorgen dat de hulpmiddelen beter of meer toegepast worden? En wie zorgt er vervolgens voor dat de benodigde acties worden uitgevoerd?
- Denk na over hoe het gebruik van de observatie hulpmiddelen geborgd kan worden. Een voorbeeld is om de hulpmiddelen met enige regelmaat als onderwerp terug te laten komen tijdens teamoverleggen, en om het onderdeel te maken van een inwerkprogramma voor nieuwe zorgmedewerkers. Bij gebruik van papieren versie is een ander voorbeeld om na te gaan of het mogelijk is om de hulpmiddelen op termijn te digitaliseren, als daar behoefte aan is.
- Kijk voor meer handvatten en ondersteunende producten bij ‘Hulp bij implementeren & verbeterprojecten’.
Op welke evidence is het gebaseerd?
De observatie hulpmiddelen zijn ontwikkeld in samenwerking met verschillende V&V in een onderzoeksproject (het OKKO onderzoek). Dit onderzoek was een vervolg op een eerder onderzoek (het ANNA onderzoek), gericht op implementatie van de nieuwe Verenso richtlijn ‘UWI bij kwetsbare ouderen’ (2018) in deelnemende verpleeghuizen. Nieuw aan deze richtlijn is dat alleen de aanwezigheid van bepaalde ‘typische UWI klachten’ (zoals pijn bij het plassen en vaker plassen) nog zouden moeten leiden tot het voorschrijven van antibiotica, en niet meer ‘aspecifieke’ klachten (zoals veranderd gedrag of andere geur of kleur van de urine). Uit het ANNA onderzoek bleek echter dat het moeilijk is om deze ‘typische UWI klachten’ in kaart te brengen bij bewoners die zelf niet (goed) kunnen aangeven of en welke klachten zij hebben.
In het OKKO onderzoek is daarom samen met verschillende V&V in focus groepen gekeken naar hoe je de aanwezigheid van UWI klachten kunt observeren bij deze doelgroep. Dit heeft geleid tot een eerste versie van de hulpmiddelen, die door de verschillende V&V is uitgeprobeerd in de praktijk. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen. Een tweede versie werd uitgeprobeerd door een ander groep V&V, die hier via een vragenlijst feedback op gaven. Deze feedback is verwerkt tot een definitieve versie van beide hulpmiddelen.
De ontwikkelde observatie hulpmiddelen zijn door de V&V bestempeld als praktisch, kort in gebruik, overzichtelijk, en toepasbaar bij de doelgroep. De observatie checklist gaven zij een rapportcijfer van 7,9 (op een schaal van 1-10) en de 24-uurs observatielijst een 7,4. Daarnaast gaven zij aan de hulpmiddelen graag te willen blijven gebruiken in de praktijk en deze ook aan te raden aan hun collega’s.