In verpleeghuizen in Nederland is bij 40% van de bewoners een doorgemaakte beroerte de hoofdreden van hun verblijf. Dit betekent dat CVA na dementie de tweede meest voorkomende diagnose is bij opname in het verpleeghuis. Het merendeel van verpleeghuisbewoners met een CVA verblijft op een somatische afdeling. Het gangbare zorgaanbod op deze afdelingen is voornamelijk gericht op lichamelijke beperkingen, terwijl de patiënten vaak ook problemen hebben op cognitief, emotioneel, sociaal en communicatief gebied. Bovendien is er ook vaak sprake van verminderde wilsbekwaamheid, waardoor de patiënten maar gedeeltelijk bij besluitvorming over de inrichting, doelen en grenzen van de aan hen verleende zorg en behandeling kunnen worden betrokken.
Het doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van een integraal zorg- en behandelprogramma voor bewoners die na een beroerte blijvend op verpleeghuiszorg zijn aangewezen.
Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. In het kwantitatieve deel worden verschillende aspecten van het functioneren (fysiek, cognitief, emotioneel, sociaal en communicatief) van de verpleeghuisbewoner met een CVA onderzocht, evenals het huidige zorgaanbod. In het kwalitatieve deel zal de zorgbehoefte onderzocht worden van zowel de verpleeghuisbewoner, de mantelzorger als de verzorgende die bij de bewoner betrokken is.
Dataverzameling is afgerond en 4 artikelen zijn verschenen. Er wordt gewerkt aan het laatste artikel.
Suzanne van Almenkerk (VUmc)