In een verkennend onderzoek werd in het verpleeghuis Lisidunahof in Leusden van Beweging 3.0 onderzocht wat de fysieke activiteit en energie inname is van bewoners met dementie. Negen deelnemers die vaak wandelden op de gangen (gemiddelde leeftijd was 68 jaar) droegen hiertoe een week lang een beweegmeter en hun voedingsinname werd nauwkeurig bijgehouden.

Resultaten toonden dat deze bewoners aanzienlijke afstanden liepen, met dagelijkse gemiddelden variërend van 4,7 tot 20,5 kilometer. Twee deelnemers liepen gemiddeld meer dan 18 km per dag en de hoogst gemeten afstand was 24,3 kilometer in één dag. Bij vijf van de negen deelnemers was er een geschat tekort van meer dan 500 kcal per dag tussen de energie-inname en -verbruik.

Deze bevindingen suggereren dat sommige bewoners met dementie in verpleeghuizen aanzienlijke fysieke activiteit vertonen, maar mogelijk niet voldoen aan hun voedingsbehoeften. Deze resultaten wijzen op de noodzaak om zowel het wandelen als de voedingsinname van bewoners te monitoren en diëtisten op te nemen in het zorgteam om eventuele tekorten aan te pakken. Verder onderzoek is nodig om de langetermijneffecten te onderzoeken.

Het volledige artikel, in het Engels, is als ‘letter to the editor’ onlangs gepubliceerd in JAMDA en kun je hier lezen.

 

 

Dit jaar wordt op 31 oktober 2024 de SANO Wetenschapsdag ‘Veerkracht Verbindt: verbeeld je eigen toekomst in de zorg voor ouderen’ gehouden. De dag zal plaatsvinden bij het GAIA Zoo in Kerkrade van 10.00 – 15.00 uur. Het is dan ook mogelijk om een bezoek te brengen aan de dierentuin.

Zet de datum alvast in je agenda, de inschrijvingen openen binnenkort!

Per 1 april is Martin Smalbrugge het nieuwe hoofd van UNO Amsterdam en afdeling Ouderengeneeskunde van Amsterdam UMC. Een functie die hij combineert met zijn recente hoogleraarschap.

Martin: “Ik heb veel zin om dit mooie netwerk en deze mooie afdeling, die we samen zijn en maken, te gaan leiden de komende jaren.”

Vele van jullie zullen Martin wellicht al kennen. Hij is sinds 1997 werkzaam bij afdeling Ouderengeneeskunde van VUmc (Amsterdam UMC). Eerst als docent en onderzoeker, en de laatste 10 jaar ook als hoofd van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde (de sectie GERION van de afdeling Ouderengeneeskunde, waaraan zorgorganisaties van UNO Amsterdam als opleidingshuis aan zijn verbonden). Na zijn studie geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht werkte Martin enkele jaren als arts in diverse ziekenhuizen en heeft zich daarna gespecialiseerd tot verpleeghuisarts/specialist ouderengeneeskunde. Hij werkte als specialist ouderengeneeskunde in de regio Zeist, Bilthoven, Houten, onder andere bij de zorgorganisatie Warande en voorgangers daarvan. Martin volgt Prof. dr. Cees Hertogh op als hoofd UNO en hoofd van afdeling Ouderengeneeskunde. Cees Hertogh blijft op de afdeling onderzoek doen en begeleiden.

Uitgebreider kennis maken met Martin? Lees onze UNO Update waarin hij zich voorstelt: UNO Update 

 

 

Goed registreren in Ysis: hoe doe ik dat en waarvoor doe ik het? In deze webinar delen Tanja Gerritsen en Lisette Moeskops vanuit Gerimedica praktische tips en tricks om zo effectief en goed mogelijk te registreren in Ysis.
Maar waarvoor is goed registeren zo belangrijk? Al jaren worden gegevens uit Ysis gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Deze onderzoeken geven inzichten die ons in staat stellen om snelle en betere zorg te verlenen en om de positie van de ouderenzorg te versterken. Karlijn Joling, senior onderzoeker en projectleider Leren van Data bij UNO Amsterdam deelt deze ochtend de inzichten die met gegevens uit Ysis zijn verworven en laat zien hoe deze wetenschappelijke kennis invloed heeft op het COVID-19-beleid.

Praktische informatie

Datum: dinsdag 27 september, van 10.00 uur – 11.15 uur
Locatie: online, via te ontvangen Zoomlink
Aanmelden: via het aanmeldformulier op de website van Gerimedica.

Aan dit webinar zijn geen kosten verbonden

 

De zes samenwerkende Academische Werkplaatsen Ouderenzorg (SANO) lanceren een Kennisagenda Langdurige Ouderenzorg. Met deze nieuwe kennisagenda beschikt de langdurige ouderenzorg over een kompas dat inzicht geeft in huidige kennistekorten en helpt bij prioritering van kennisontwikkeling. De agenda ondersteunt beleid dat gericht is op duurzame en goede zorg voor ouderen in een kwetsbare positie. Ook kan met de agenda richting worden gegeven aan nieuwe onderzoekprogramma’s. Daarom is de kennisagenda op 13 juli in Den Haag aangeboden aan de minister Conny Helder van Langdurige Zorg en Sport en waarnemend-voorzitter van ZonMw Huib Pols.

De langdurige ouderenzorg staat in alle zorgvelden volop onder druk. Dit vereist vernieuwing op vele fronten, waarbij de vraag ‘hoe kunnen we kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de langdurige ouderenzorg borgen?’ centraal staat. Om die vraag te beantwoorden is inzicht in bestaande kennis en kennistekorten nodig. Daarom zijn bestaande kennisagenda’s uit verschillende velden en van verschillende disciplines bekeken en is nagegaan welke kennis al beschikbaar is en waar nog vragen zijn. Die zijn vervolgens samengevat in de kennisagenda voor langdurige ouderenzorg die zich richt op alle (intra- en extramurale) zorgsettings.

De kennisagenda bevat 12 thema’s die de komende tijd verder worden uitgebreid. Voorbeelden van thema’s zijn ‘eigen regie’ en ‘mantelzorg’. Voor ieder thema is samengevat wat we al weten uit wetenschappelijk onderzoek en wat de belangrijkste kennisuitdagingen zijn, zoals ‘hoe kunnen zorgverleners eigen regie stimuleren?’ of ‘hoe kunnen we mantelzorgers ondersteunen in het verlenen van zorg?’ Met het beantwoorden van deze vragen, wordt bijgedragen aan het oplossen van vraagstukken voor toekomstig beleid in de ouderenzorg. Daarom is de verwachting dat de nieuwe kennis ouderen en zorgverleners echt gaat helpen en bijdraagt aan betere en passende zorg.

SANO monitort continu de actualiteit van de agenda; nieuwe kennis en inzichten worden toegevoegd aan beschikbare uitwerkingen van thema’s, terwijl er ook steeds nieuwe thema’s aan de agenda toegevoegd worden. Op dit moment wordt bijvoorbeeld gewerkt aan het thema ‘ondersteunende zorgtechnologie’.

Kennisagenda – oktober 2023

 

v.l.n.r. Conny Helder, Erik van Rossum en Huib Pols

Het aantal besmettingen loopt langzaam weer op in onze maatschappij, en daarmee dus óók in onze verpleeghuizen.
Ken jij ‘m nog? Onze poster en praatplaat? Ook nu weer actueel. Download ‘m hier en hang de poster op in de personeelruimten of bespreek de poster met elkaar. Zo helpen we elkaar weer alert te zijn op hoe we met Corona en bestemmingen om moeten gaan.

Download de poster hier.

En bekijk hier het filmpje over dit onderwerp. 

 

Waardigheid en trots-congres over de toekomst van de verpleeghuiszorg

Liefdevolle zorg voor onze ouderen, nu en in de toekomst, daar draait het om tijdens het congres van Waardigheid en trots deze zomer. Kom ook en hoor ‘live’ de laatste inzichten en ontwikkelingen in de verpleeghuiszorg.

Waar en wanneer?

  • Datum: 4 juli 2022
  • Tijd: 9.00 tot 16.15 uur
  • Locatie: NBC Nieuwegein – een deel van het congres is online te volgen
  • Voor wie: verzorgenden, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals in het verpleeghuis.
  • Kosten: gratis

Aanmelden kan via de congreswebsite.

Verpleeghuiszorg nu en straks

Teun Toebes opent het congres op 4 juli. Teun is in een verpleeghuis gaan wonen, samen met mensen met dementie. De bewoners zijn zijn vrienden. ‘Het begint met medemenselijkheid’, is Teuns boodschap. ‘Maak van het verpleeghuis een verpleegthuis.’ Vervolgens leidt dagvoorzitter Lennart Booij een talkshow over verpleeghuiszorg nu en in de toekomst. Zijn tafelgenoten zijn Jarcine Spaander, bestuurder King Arthur Groep, Nathalie Labrouche, directeur Innovatie & Organisatieontwikkeling Cicero en Anja Laeven, voorzitter Raad van Ouderen. Wat zijn hun oplossingen en tips om verpleeghuizen meer toekomstbestendig te maken? Die hoor je tijdens deze talkshow.

Keynotespreker Tommie Niessen

Na de talkshow volgt een keynote van Tommie Niessen, bekend van onder andere ‘Tommie in de zorg’. Hij schrijft, filmt en spreekt over de zorg. Tommie gaat in op zijn eigen ervaringen. Hij is begonnen als helpende en werkt nu als coördinerend verpleegkundige. Met humor en herkenbare voorbeelden neemt hij de congresdeelnemers terug naar de kern. Namelijk: waarom is werken in de ouderenzorg zo waardevol? Welke rol kun je spelen? En ook: hoe blijf je plezier uit je werk halen? Met zijn interactieve verhaal ga je gegarandeerd geïnspireerd de zaal uit. Want werken in de zorg is mooi en daar mag je trots op zijn.

Toekomstgericht

Tijdens het Waardigheid en trots-congres richten we vooral onze blik naar de toekomst. In inspirerende sessies gaan we in op de kansen en uitdagingen van de komende tijd. Je hebt de keuze uit bijna 40 sessies rond vier thema’s:

  • Kwaliteit van zorg – methodisch werken, leren, infectiepreventie, onbegrepen gedrag, multidisciplinair samenwerken en Wet zorg en dwang.
  • Omgaan met personeelskrapte – uitstroom verminderen, strategisch personeelsbeleid, werkplezier, anders opleiden, inzet informele zorg en werven personeel.
  • Thuis waar het kan – domein overstijgende zorg, lokaal of regionaal samenwerken, bevorderen zelfredzaamheid, volledig pakket thuis, ouderenzorg 2040 en nieuwe woonvormen.
  • Slimmer werken & technologie – arbeidsbesparende technologie, doelmatigheid, implementatie technologie, administratieve lasten en passende zorg.

Bekijk het aanbod van sessies uitgebreid op de congreswebsite. Je kunt je daar ook aanmelden en je keuze maken.

Zelf ervaren op het kennisfestival

Tussen de verschillende rondes is er een kennisfestival waar je van alles zelf ervaart en beleeft. Je vindt stands over lerende netwerken, ontregelen van zorg, protocollen, technologie en nog veel meer. Bij de meet & greet-stand ontmoet je de sprekers. Daarnaast is er een beweeg- en technologiehoek waar je van alles kunt beleven.  De hele dag is er daarnaast volop mogelijkheid om kennis uit te wisselen en ervaringen te delen met collega’s van andere organisaties.

 

Afgelopen woensdag publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid een eerste rapport over de aanpak van de coronacrisis. Prof. dr. Cees Hertogh, uitgebreid bevraagd t.b.v. dit rapport, vertelde aan EenVandaag dat het ondanks het verdriet en trauma ook tijd is om vooruit te kijken: “Het rapport is belangrijk maar een ander belangrijk punt is de maatschappelijke discussie die is ontstaan: ‘moeten we de maatschappij op slot doen voor alleen de kwetsbaren?, de zogenaamde ‘dor hout’ discussie. Die discussie schuurt langs de solidariteit van de samenleving. Daar moeten we in de toekomst op letten, zodat het niet nog een keer gebeurt.”

Bekijk hier de reportage.

Donderdag vindt het najaarscongres van Verenso plaats. Acht collega’s (waaronder onderzoekers, AIOS en een geneeskunde studente) presenteren hier over hun onderzoek uitgevoerd bij de afdeling Ouderengeneeskunde of UNO Amsterdam. De samenvattingen (abstracts) van deze onderzoeken zijn gepubliceerd in het Tijdschrift voor ouderengeneeskunde.

Promovenda Marlies Dijk onderzocht hoe artsen beslissen over de in te zetten medicamenteuze behandeling bij geagiteerd gedrag als zij niet uitkomen met de Verenso richtlijn Probleemgedrag bij Dementie.

https://www.verenso.nl/magazine-november-2021/no-5-november-2021/congres-abstracts/psychotropic-drug-treatment-for-agitation-in-dementia

Promovenda Djura Coers geeft inzicht in hoe artsen omgaan met euthanasieverzoeken bij wilsonbekwame mensen met dementie en een schriftelijk euthanasieverzoek. Zij brengt onderbelichte aspecten van het maatschappelijk debat naar voren.

https://www.verenso.nl/magazine-november-2021/no-5-november-2021/congres-abstracts/euthanasia-in-dementia-underexposed-aspects-of-the-debate

Promovenda Milou Angevaare onderzocht de effecten van de verpleeghuissluiting tijdens de eerste lockdown op stemming, gedrag en functioneren van bewoners van langdurige zorginstellingen.https://www.verenso.nl/magazine-november-2021/no-5-november-2021/congres-abstracts/het-effect-van-de-sluiting-in-2020-op-bewoners

Onderzoeker Fenne Wouters bracht binnen het project Leren van Data in kaart wat het overlijdensrisico is voor verpleeghuisbewoners na een COVID-19 vaccinatie. https://www.verenso.nl/magazine-november-2021/no-5-november-2021/congres-abstracts/overlijdensrisico-na-covid-19-vaccinatie

AIOS van GERION Bas ter Brugge en Vera van Atteveld onderzochten hoe artsen ACP gesprekken voerden tijdens de eerste golf van de COVID-19 pandemie. https://www.verenso.nl/magazine-november-2021/no-5-november-2021/congres-abstracts/acp-in-verpleeghuizen-tijdens-de-covid-19-pandemie

Geneeskundestudente Inge van der Krogt bracht samen met AIOS en docenten van GERION het beloop van klachten en functioneren in kaart bij verpleeghuisbewoners in de eerste drie maanden na een COVID-19 infectie

https://www.verenso.nl/magazine-november-2021/no-5-november-2021/congres-abstracts/hhet-beloop-na-covid-19-bij-verpleeghuisbewoners

Martin Smalbrugge vertelt over Innovatie van de opleiding en de presentatie van Ineke Gerridzen Van specialist ouderengeneeskunde naar doelgroepspecialist Korsakov.

Ben jij er bij morgen? Dan wensen we je een inspirerende dag!

Helaas hebben wij vanwege de oplopende Coronacijfers moeten besluiten het UNO Symposium af te blazen. Wij hopen het symposium te kunnen verschuiven naar mei of juni 2022. Binnenkort hoor je hier meer over. 

 

(oorspronkelijk bericht)

Wij zijn verheugd dat we dit jaar weer een UNO Symposium congres mogen organiseren. Hebben we normaal gesproken één thema in de schijnwerpers staan, presenteren we deze keer een variatie van onderwerpen. Zo is er voor ieder wat wils én word je op de hoogte gesteld van nieuwe ontwikkelingen en kennis:

  • Hoe heeft de zorg voor mensen met dementie zich ontwikkeld en wat verwachten we van de toekomst?
  • Welke nieuwe ontwikkelingen zien we op het gebied van geriatrische revalidatie?
  • Hoe helpt ‘Het Wegingskader Cliëntperspectief’ mensen met hersenaandoeningen centraal te zetten in de besluitvorming over de in te zetten (onvrijwillige) zorg?
  • Hoe brengen we advance care planning in de praktijk?
  • Wat zijn de nieuwste inzichten op het gebied van infectiepreventie en antibiotica resistentie?

Wanneer? Woensdag 8 december 2021, van 9.00 – 16.00 uur
Waar? Amsterdam, Theater de Meervaart, Meer en Vaart 300, 1068 LE Amsterdam
Kosten? Gratis voor medewerkers van zorgorganisaties die deelnemen aan UNO Amsterdam.
Voor wie? Verpleegkundigen, verzorgenden, behandelaren en hun leidinggevenden, uit zorgorganisaties die deelnemen aan UNO Amsterdam.

Zien we je op 8 december in de Meervaart in Amsterdam?

 

 

PS: Is jouw organisatie niet lid van het UNO maar wil je wel ons symposium bijwonen? Stuur dan een mail aan ons secretariaat via uno@amsterdamumc.nl, dan vertellen zij je de ins en outs.

Lees nu op The BMJ het nieuw verschenen artikel van het UPCARE project.

Verpleeghuizen die C-reactief proteïne (CRP) point-of-care testing (POCT) konden inzetten bij verdenkingen op lage luchtweginfecties schreven significant minder antibiotica voor, vergeleken met verpleeghuizen die standaardzorg zonder CRP POCT boden. Er waren geen significante verschillen in herstel, ziekenhuisopname en mortaliteit tussen de groepen. Implementatie van CRP POCT in verpleeghuizen kan door verminderd antibioticagebruik bijdragen aan de wereldwijde strijd tegen de ontwikkeling van antibioticaresistentie.

https://www.bmj.com/content/374/bmj.n2198

Linked editorial: https://www.bmj.com/content/374/bmj.n2253

Met onze hartelijke dank aan de deelnemende verpleeghuizen, GeriMedica en Saltro voor hun betrokkenheid in de studie.

 

Meer informatie over UPCARE leest u hier.

Voor het UNO Jaarbeeld 2020 interviewden wij Tamara Pieterse, bestuurder bij Zorgbalans.

“Persoonsgerichte zorg rijmt niet met de deur op slot doen”

“Als ik nou persoonlijk wil bijdragen aan het verbeteren van de zorg in Nederland, op welke plek kan ik dat dan het beste doen?” Het antwoord op haar vraag vond Tamara Pieterse bij Zorgbalans. Sinds januari 2018 is ze bestuurder bij de zorgorganisatie. Ook is ze inmiddels actief als bestuurslid bij koepelorganisatie Actiz. Wat drijft haar? Hoe heeft zij de eerste COVID 19-periode ervaren? En hoe kunnen onderzoek en kennis volgens haar nog beter tot hun recht komen? “Voordat ik bij Zorgbalans begon, heb ik zestien jaar bij Achmea gewerkt. De laatste jaren was ik verantwoordelijk voor de zorgkantoren van Zilveren Kruis. Die hebben een transitie doorgemaakt van een meer procesgestuurde organisatie naar een klantgerichte organisatie: hoe maak je het mogelijk dat mensen met een indicatie voor de Wet langdurige zorg zoveel mogelijk kunnen blijven leven zoals zij dat zelf willen?” “Belangrijk werk, en ik kijk terug op een mooie tijd, maar als je echt impact in de zorg wilt maken, kun je dat nog beter doen dicht bij de cliënten en de medewerkers die dat – samen met de ketenpartners – mogelijk maken. Toen Zorgbalans op mijn pad kwam, heb ik de kans dan ook met beide handen aangegrepen.”

Rollercoaster aan emoties
In maart 2020 was het voor Pieterse en haar 3600 Zorgbalanscollega’s alle hens aan dek toen de eerste bewoner met corona zich meldde. “Ik ben ontzettend trots op hoe iedereen dat in de organisatie heeft opgepakt. Er is een intramurale COVID-unit opgericht en er ging een COVID-wijkteam van start. Tegelijkertijd hadden we natuurlijk ook te maken met een rollercoaster van emoties. Van verdriet, rouw en verlies, maar ook van opluchting en trots als bewoners weer herstelden.” “Blijdschap was er onlangs ook toen we als een van de eerste twaalf organisaties onze bewoners mochten vaccineren. Dat hebben we binnen een week gedaan. Ik zag één bewoner huilen toen hij het vaccin kreeg. Hij was zo bang geweest voor het virus. Kijk, daar doen we het voor.”

UNO-support tijdens de coronacrisis
Volgens Pieterse heeft UNO zijn waarde tijdens de coronacrisis meer dan bewezen: “Mede dankzij het onderzoek naar de asymptomatische verspreiding van het virus hebben we ons testbeleid uitgebreid met het preventief testen van cliënten en medewerkers. Ook het onderzoek naar de validatie van sneltesten in een verpleeghuissetting is zeer waardevol. Zulke onderzoeken zijn direct toepasbaar voor de sector.” Samen met Cees Hertogh en Bianca Buurman van UNO maakte Pieterse deel uit van de adviesgroep die de landelijke bezoekregeling na de eerste golf opstelde: “We staan met z’n allen voor persoonsgerichte zorg. De deur op slot doen, voldoet daar niet aan. Die deur-dicht-maatregel tijdens de eerste piek is volgens mij mede ontstaan, omdat er bij beleidsmakers te weinig aandacht is voor verpleeghuizen. Zij hebben zich onvoldoende gerealiseerd dat mensen niet alleen zorg ontvangen – zoals in het ziekenhuis – maar ook bij ons wonen. Gelukkig ligt er nu een bezoekregeling die beter de balans waarborgt tussen veiligheid en kwaliteit van leven, en ruimte biedt voor maatwerk.”

Implementatie en kennisdeling
Pieterse vindt dat zorgorganisaties, ook Zorgbalans, in de toekomst nog veel meer uit hun UNO-lidmaatschap kunnen halen. “Het afgelopen jaar heeft UNO de samenwerking erg gestimuleerd en is er veel kennis vergaard. Nu is het aan de sector om de vervolgstap in implementatie en kennisdeling te zetten. Hoe kunnen we onderzoek en kennis nog dichter bij de praktijk brengen? En ook: hoe kunnen we collega’s enthousiast maken om daar meer gebruik van te maken, of om daar meer actief in te zijn?”

“Voorop staat dat de organisatie zich bewust moet zijn van het belang van onderzoek. Binnen Zorgbalans kijken we bijvoorbeeld nu of we onze vernieuwingsagenda op het gebied van technologie en de inzet van medewerkers nog meer kunnen verbinden met de UNO-dossiers. Dan krijg je veel sterkere verbanden en verhoog je de kans dat de kennis wordt geïmplementeerd en geborgd.” “Samen met andere zorgorganisaties werken we nu onder meer aan de ontwikkeling van observatiebedden. Vooraf raadplegen we dan wel UNO even of een dergelijk onderzoek elders al speelt en of de onderzoeksvraag klopt. Van die korte lijnen met UNO en de andere organisaties moet je gebruikmaken. Als het aan mij ligt, doen we dat nog veel vaker.”

Dementie van binnenuit: observeren zonder aannames
Naast de samenwerking met UNO Amsterdam zet Zorgbalans zich ook op andere fronten in voor een verdere verbetering van de zorg. Samen met stichting Presentie bijvoorbeeld. Tamara Pieterse: “De definitie van goede zorg is binnen Zorgbalans gebaseerd op het gedachtegoed van presentie: wat staat er voor de ander op het spel en hoe kunnen we daarop zoveel mogelijk aansluiten? Bij bewoners met dementie in een vergevorderd stadium doen we veelal aannames, omdat zij niet kunnen vertellen of weten welke behoefte zij hebben. In het project Dementie van binnenuit hebben we onderzoek laten uitvoeren door de stichting. Door bewoners langdurig te observeren, kom je tot waardevolle inzichten.” Pieterse deelt een fragment uit het boekje ’Zal ik een liedje’, een verzameling van blogs over het onderzoek: ‘We snapten elkaar nu even niet.’ Om elkaar te verstaan, is taal onontbeerlijk en dat was ons nu ontglipt. ‘Elly is onbegrijpelijk’ was vervangen door ’Wij begrijpen elkaar totaal niet’. Daarin waren we eigenlijk gelijkwaardig verbonden. Een verrassend inzicht.’ Ze vervolgt: “Op de twee woonzorglocaties waar we al volgens de presentiegedachte werken, waren de zorgmedewerkers zeer geraakt door de bevindingen. Helaas kunnen we dat langdurig observeren in de dagelijkse zorgpraktijk niet altijd waarmaken. Wel kijken we nu hoe we de onderzoeksresultaten kunnen vertalen naar materiaal voor het onderwijs.

 

Het hele UNO Jaarbeeld 2020 inkijken doe je hier.

Veel jaarverslagen over het afgelopen jaar zullen naar alle waarschijnlijkheid beginnen met een terugblik op de impact van de Corona pandemie. Daarom ben ik juist in dat licht extra trots op wat we als academische werkplaats met al onze partners in dit jaar ook aan niet-corona gerelateerde activiteiten hebben weten te realiseren. Daartoe hoef ik slechts naar de inhoudsopgave van dit jaarbeeld te verwijzen. Die toont immers overduidelijk dat we ons door de pandemie niet van de wijs hebben laten brengen!

Prof. dr. Cees Hertogh

Bekijk hier het UNO Jaarbeeld 2020

Per heden is Het Wegingskader Cliëntperspectief voor iedereen beschikbaar: de online gesprekstool die helpt in het meenemen van het cliëntperspectief in de besluitvorming over het inzetten van (onvrijwillige) zorg.

Het Wegingskader is ontwikkeld om de wensen en behoeften van mensen met dementie of andere hersenaandoeningen, of mensen met een verstandelijke beperking mee te kunnen wegen in beslissingen over in te zetten (onvrijwillige) zorg.
Het is door iedereen in het zorgteam vrij te gebruiken, zeer eenvoudig toe te passen, direct en zonder scholing in te zetten

Kijk voor meer informatie, voor een instructie indien scholing toch gewenst is, het informatieve filmpje, het factsheet én informatie over het onderzoek dat aan Het Wegingskader vooraf ging hier.

Via deze link vindt u het persbericht.

 

Wordt uw verpleeghuis of behandeldienst peilstation voor kwaliteitsverbetering en kennisontwikkeling in de langdurige zorg?

Voor het landelijke programma Leren van Data dat UNO Amsterdam samen uitvoert met Verenso en het NIVEL zoeken wij verpleeghuizen (locaties of behandeldiensten) die het Elektronisch Patiënten Dossier YSIS gebruiken en mee willen doen als ‘peilstation’.

Wat is een peilstation?

In een peilstation leggen specialisten ouderengeneeskunde op eenvoudige wijze aanvullende gegevens vast in YSIS met betrekking tot bepaalde ziektebeelden, gebeurtenissen of verrichtingen. De peilingen richten zich dit aankomende jaar op juist gebruik van antibiotica bij urineweginfecties, lage luchtweginfecties, juist gebruik van psychofarmaca en op de ingezette behandeling bij COVID-19 besmettingen. Doel is om specialisten ouderengeneeskunde inzicht te geven in het behandel- en voorschrijfgedrag en om hiervan te kunnen leren en verbeteren.

Meerwaarde voor uw verpleeghuis/behandeldienst

  • Feedback en spiegelinformatie om te kunnen leren en verbeteren.
  • Inzicht in de huidig geldende richtlijnen
  • Accreditatiepunten voor deelname aan een scholingsbijeenkomst voorafgaand aan de peiling
  • Vergoeding voor de geïnvesteerde tijd

Meer informatie of aanmelden?

De meetperiode loopt naar verwachting van maart tot juni 2021. De registratielast is minimaal.

Wilt u zich vast verder inlezen? Leest u dan deze flyer.

Wilt u meer informatie of heeft u interesse om deel te nemen? Neem dan contact op met:
– Dr. Karlijn Joling, projectleider en senior onderzoeker: k.joling@amsterdamumc.nl
– Dr. Janine van Kooten, specialist ouderengeneeskunde en arts-onderzoeker: janine.vankooten@amsterdamumc.nl

Vandaag lanceren wij de korte en informatieve animatiefilm én praatplaat: hoe kan verspreiding in een verpleeghuis zo snel gaan.

Werk je in de verpleeghuiszorg? Dan is deze film en praatplaat voor jou!

Korte animatiefilm: deel via social media, op het intranet, op je website en bespreek tijdens teamvergaderingen

Praatplaat en poster: hang ‘m op in medewerkersruimten, maak er een ansichtkaart van, deel ‘m via social media

 

Wil je meer informatie over deze film of praatplaat? Neem dan contact op met uno@vumc.nl

Bianca Buurman, hoogleraar acute ouderenzorg, is het UNO per 1 oktober komen versterken. Een mooie samenwerking, want Bianca draagt met haar expertise bij aan de brug die we met elkaar van de wetenschap naar de praktijk – en omgekeerd – beogen te bouwen en zij zal zich specifiek richten op verpleging & verzorging. Wie is Bianca en waar gaat zij zich de komende tijd op richten?  

De doelstelling van mijn onderzoeken is om te kijken hoe acute zorgvragen precies ontstaan: hoe komt het dat het thuis soms ontregelt, wat kunnen we in de thuissituatie doen om te voorkomen dat het ontregelt, hoe kunnen we mensen zo goed als mogelijk weer naar huis toe begeleiden en hoe kunnen we complexe zorg dichterbij huis brengen? Ik richt mij vooral dus op de acute zorg, en in het bijzonder ook op de samenwerking tussen huisartsenpraktijk, de wijkverpleging, de kortdurende zorg en het ziekenhuis. Acute zorgvragen ontstaan vaak bij kwetsbare ouderen en acute zorg wordt juist ook binnen de eerstelijn en intramurale zorg geboden. Daarbij onderzoek ik hoe deze partijen zo goed als mogelijk met elkaar kunnen samenwerken om ouderen zo goed mogelijk te ondersteunen. Om dit nu samen met het UNO te doen draagt enorm bij aan de het verbeteren van de dagelijkse zorg en implementatie.

Maar ik kijk ook naar het toekomstbestendig maken van de zorg. Bijvoorbeeld de opleidingen: wat moeten verpleegkundigen en verzorgenden, de fysiotherapeuten en ergotherapeuten weten om toegerust te zijn op die oudere patiënt van de toekomst? Hoe kunnen we ziekenhuiszorg thuis aanbieden, wat levert dit op en wat betekent het voor de patiënten? En wat betekenen die veranderingen allemaal voor de praktijk? Wat gaat er goed en wat moet er veranderen aan de huidige manier waarop we onze zorg organiseren en professionals opleiden? Hoe werken we optimaal samen zodat je met elkaar die optimale zorg levert?

Om dit op een innovatieve manier te benaderen spreekt mij heel erg aan. Zo heb ik enkele jaren geleden bijvoorbeeld de WijkKliniek geïnitieerd. De eerste startte in Amsterdam Zuid Oost en leidt tot betere uitkomsten voor ouderen. Een nieuwe vorm van zorg dus. Een plek waar we patiënten opnemen met een ziekenhuis indicatie. We zijn het nu zo aan het inrichten dat een verpleegkundig specialist de regie gaat voeren. Een prachtige ontwikkeling voor deze groep professionals.
Onlangs hebben we gehoord dat er in Nederland nog twee of drie wijkklinieken opgezet zullen worden. Fantastisch nieuws is dat, want het betekent een grote stap in het toekomstbestendig maken van de ouderenzorg.

Je richt je dus sterk op de verpleging en verzorging?
Ik ben van huis uit verpleegkundige en heb verplegingswetenschap gestudeerd en bekijk de zorg graag vanuit het perspectief van verpleegkundigen, verzorgenden én de cliënt. Die verpleegkundige achtergrond helpt heel erg om na te denken over hoe de verpleging en verzorging kan inspelen op acute zorgvragen. Maar ik kijk inderdaad verder dan alleen het verpleegkundige stuk. Ik kijk ook naar de samenwerking tussen fysiotherapeuten, ergotherapeuten, specialisten ouderengeneeskunde, de verpleging en de verzorging. In de praktijk werk je veel met elkaar samen en hoe doe je dat optimaal.

Hoe gaan de verpleging en verzorging merken dat jij er bent?
Bij de onderzoeken die gedaan worden betrekken we zoveel mogelijk verpleegkundigen en verzorgenden. We hebben de expertise van deze professionals echt nodig. Zo werken we aan een verbeter programma waarin we kijken wat de verpleegkundigen en verzorgenden in het eerstelijnsverblijf nodig hebben om beter te kunnen werken. Je krijgt daar ouderen met complexe zorgvragen, hoe behandel je die, hoe zorg je dat bijvoorbeeld de samenwerking met de gemeente goed is om snel vervolgzorg in te zetten? Dit soort vraagstukken kun je alleen ontwikkelen met de expertise van deze beroepsgroep.

Versterken van academisch profiel V&V
Met de expertise van verpleegkundigen en verzorgenden kunnen we vraagstukken ophalen uit de praktijk en zo een betere onderbouwing bieden voor de ouderenzorg. Niet alleen intramuraal, maar ook de wijkverpleging. Een belangrijke basis om dit vak verder te laten door ontwikkelen. Daarnaast willen we volop inzetten om verpleegkundigen met een master te laten participeren in onderzoek en hen promotiekansen te bieden.

En dat geldt ook voor verzorgenden. Er is heel veel kennis binnen deze groep en die moet je mee zien te nemen in de verdere ontwikkeling van de zorg. Voor onze onderzoeken organiseren we regelmatig klankbord bijeenkomsten en ontwikkel werkgroepen. Uitgesproken kansen om als verzorgende of verpleegkundige van je te laten horen.

Afstand tussen wetenschap en V&V verkleinen
Het is heel belangrijk dat de verpleegkundigen en verzorgenden betrokken zijn bij de ontwikkeling van zorg. En willen we deze groep ook stimuleren zelf onderzoek te initiëren. De Onderzoek & Praktijkprijs die het UNO elk jaar uitgeeft, is een mooie kans voor verpleegkundigen en verzorgenden om hun waardevolle ideeën met ons te delen.

Samenwerking
Het mogen aansluiten bij het UNO is voor mij heel waardevol. Ik heb nu een meer structurele basis van waaruit we kunnen bouwen. Eigenlijk heb ik nu een stevige organisatie om mij heen van waaruit we sneller en adequater kunnen werken aan onze onderzoeken en aan het toekomstbestendig maken van de ouderenzorg. Dit nu samen met dit netwerk te kunnen doen, vind ik heel erg mooi.
En dan is de samenwerking met collega hoogleraar Cees Hertogh, met wie je gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderzoek draagt, gewoon heel fijn. Het loopt prettig, we zijn complementair aan elkaar en dat levert veel op. Zo hebben we in de afgelopen maanden succesvol onderzoek gedaan naar de transmissie van covid-19 in verpleeghuizen. Dit heeft een goede basis gelegd voor samenwerken in de toekomst. Vanuit het UNO was er de wens om het multidisciplinaire onderzoek te verbreden richting verpleging en verzorging en het is mooi dat dit nu met mijn aanstelling een impuls krijgt.

Onderzoek en praktijk
Voor mij is onderzoek van meerwaarde als de praktijk echt beter wordt voor onze ouderen, voor de verzorgende en verpleegkundigen en voor de artsen. Dat doe je niet alleen, dat doe je samen, met allerlei deskundigen.

 

Naast haar functie binnen onze afdeling is Bianca als lector verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en blijft zij ook in deeltijd werkzaam als hoogleraar bij de afdeling interne geneeskunde (locatie AMC). Tevens is zij als chief nursing officer werkzaam voor het ministerie van VWS.

Om de coronacrisis in de verpleeghuizen het hoofd te bieden moesten organisaties als het ministerie, de GGD en branchevereniging ActiZ razendsnel schakelen. Prof. dr. Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde & ethiek van de zorg bij het Amsterdam UMC, vertelt over de aanpak, de impact en de geleerde lessen. Hij is ook lid van de Task Force Antimicrobial Resistance bij het RIVM en van het landelijk Outbreak Management Team. Hertogh is voorzitter van een van de zes academische werkplaatsen (Universitair Netwerk Ouderenzorg Amsterdam). Met twee onderzoeken naar het beloop en de verspreiding van COVID-19 legde hij samen met collega-hoogleraar Bianca Buurman de basis voor het beleid bij een uitbraak in verpleeghuizen.

Lees hier het interview met Vilans.

PERSBERICHT

Amsterdam, 1 september 2020

Bij nieuwe uitbraak in verpleeghuis is snelle diagnose essentieel

“Het is zeer onwenselijk dat verpleeghuizen bij een nieuwe coronagolf opnieuw de deuren moeten sluiten”, zeggen hoogleraar Acute Ouderenzorg Bianca Buurman en hoogleraar ouderengeneeskunde Cees Hertogh van Amsterdam UMC. Zij deden de afgelopen maanden onderzoek in diverse verpleeghuizen om erachter te komen wat aan een uitbraak voorafging en
hoe het kon gebeuren dat zoveel verpleeghuisbewoners besmet raakten. “Bij een uitbraak moet een diagnose snel gesteld worden. Dat betekent meer testen en een snelle testuitslag.
Daarnaast is een beter gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen nodig en scholing voor het personeel, zodat klachten van patiënten –veelal bewoners met dementie- beter worden
herkend”, aldus Buurman en Hertogh.

Sinds het begin van de corona-uitbraak (SARS-CoV-2) in Nederland zijn veel verpleeghuizen getroffen door het virus, dat bij ouderen een ernstiger en fataler beloop kent. Het testbeleid is nu
gericht op mensen die mogelijke (milde) klachten hebben. Het is niet zeker of positief geteste bewoners en/of medewerkers zónder klachten ook bijdragen aan de verspreiding, maar het
onderzoek van Buurman en Hertogh wijst daar wel op. En dat zou volgens hen belangrijke gevolgen hebben voor het testbeleid in verpleeghuizen en het gebruik van persoonlijke
beschermingsmaatregelen.

Symptomatisch en presymptomatisch
“De belangrijkste vraag in ons onderzoek was in hoeverre presymptomatische bewoners en medewerkers een rol spelen in de verspreiding van corona in het verpleeghuis”, zegt Hertogh.
Een team onder leiding van Buurman en Hertogh deed onderzoek in vier verpleeghuizen. Daar werden alle bewoners en medewerkers getest, ongeacht of ze symptomen hadden. Op deze manier
konden mensen met klachten (symptomatisch) en zonder klachten (presymptomatische) worden onderscheiden. Vanwege het beperkte aantal besmettingen in drie van de vier verpleeghuizen, was het niet mogelijk daar een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag. Bij het vierde verpleeghuis liep het onderzoek samen met een grote uitbraak. Zo’n veertig mensen waren bij de start van het onderzoek besmet.
De uitbraak in dit verpleeghuis met 185 bewoners met dementie is te herleiden tot een enkele bron, een bewoner heeft het coronavirus opgelopen in een ziekenhuis. Bij alle besmette bewoners en
medewerkers is vervolgens dezelfde virusstam teruggevonden. De positief geteste bewoners met en zonder klachten hebben eenzelfde aanzienlijk hoeveelheid virusmateriaal in hun lichaam, en beide groepen lijken even besmettelijk.

Extra scholing
Dit verpleeghuis is gespecialiseerd in dementiezorg. De bewoners begrijpen instructies minder goed en door de dementie zijn ze niet goed in staat om klachten te communiceren. “Het herkennen van corona-gerelateerde klachten is daarom enorm afhankelijk van observaties door zorgmedewerkers”, zegt Buurman, “en die hebben meer kennis nodig van de mogelijke symptomen en klachten die bij corona passen. Extra scholing is daarom nodig.”
Aan het begin van de uitbraak zaten soms enkele dagen tussen eerste gerapporteerde klachten en het daadwerkelijk testen van bewoners. Ook bleek – en dit is al bekend uit andere studies – dat
zorgmedewerkers moeite hebben bij zichzelf lichte klachten te herkennen of te signaleren. Bovendien is de werkdruk hoog en hebben medewerkers de neiging door te werken. Hierdoor
vormen zij onbedoeld een risico voor bewoners en collega’s. Daarnaast bleek de bouw van het verpleeghuis een extra complicatie bij het onder controle brengen van de uitbraak. Afdelingen zijn
in een open carré met elkaar verbonden. Bewoners hebben hierdoor extra bewegingsruimte, dat bijdraagt aan goede zorg voor mensen met dementie. Maar het heeft ook nadelen bij het bestrijden van een besmettelijke ziekte.

De IC van de ouderenzorg
Buurman en Hertogh concluderen dat er geen onderscheid te maken is tussen presymptomatische en asymptomatische bewoners en medewerkers als het gaat om de verspreiding van het virus. Ze adviseren dan ook een aanscherping van het landelijk beleid voor de (kortdurende en langdurige) verpleeghuiszorg. Het advies bestaat uit drie fases: groen, oranje en rood. Bij groen is er nog weinig aan de hand, maar kunnen wel duidelijke afspraken worden gemaakt in geval van een uitbraak. Zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Bij oranje is er een toenemend aantal besmettingen in de omgeving van een verpleeghuis. Dan moeten maatregelen genomen worden om te zorgen dat corona niet in het verpleeghuis komt. Dat kan door regulering van bezoek, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen voor zowel medewerkers als bezoek en een quarantaine voor nieuwe bewoners en bewoners die terugkomen van een ziekenhuisopname. Rood staat voor een uitbraak. Hier wordt gepleit voor wekelijks testen van bewoners en personeel, met en zonder klachten. Een snelle diagnose is dan essentieel en beter letten op (eigen) klachten en daarnaar handelen. “We moeten voorkomen dat een verpleeghuis opnieuw moet sluiten voor bezoek”, aldus Buurman en Hertogh, “Het verpleeghuis is de intensive care van de ouderenzorg, met de voorgestelde adviezen hopen we samen corona te bestrijden en tegelijk te waken voor de kwaliteit van leven van onze meest kwetsbare ouderen.”

Het onderzoek naar presymptomatische transmissie van COVID-19 in vier verpleeghuizen is door Amsterdam UMC, afdeling Ouderengeneeskunde, in samenwerking met Erasmus MC, afdeling
virologie en GGD Amsterdam uitgevoerd. Hier vindt u inhoudelijke informatie over het onderzoek.

Noot voor de redactie (niet voor publicatie):
Neem voor meer informatie contact op met Nicole de Haan, wetenschapsvoorlichter en
communicatieadviseur, locatie VUmc, (020) 444 3444/communicatie@vumc.nl.

Nu online, het juni nummer van Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde. Met dilemma’s, actualiteiten, vaste rubrieken, blogs en onderzoeken. Lees ‘m hier.

Door Julia van Weert, Nathalie van der Velde en Cees Hertogh (namens de programmaraad Aging & Later Life, APH).

De bijna 2,5 miljoen ouderen in Nederland vormen een heel diverse groep, van vitaal en zelfredzaam tot kwetsbaar en op zorg aangewezen. Toch is deze groep in de afgelopen drie maanden vrijwel zonder nuance als risicogroep neergezet en nauwelijks in beleid betrokken. Daarmee is de beeldvorming van ouderen razendsnel veranderd en is er een paradox van zorg en welzijn ontstaan: juist de groep die we proberen te beschermen ervaart ernstige nadelen van ons beleid. Laten we deze eenzijdige en negatieve beeldvorming zo snel mogelijk terugdraaien, ouderen een stem geven en voorkomen dat hun kenschets als risicogroep ‘het nieuwe normaal’ wordt.

Lees verder op www.sociaal.web

Dit tweede factsheet, met analyses van de COVID-19 data vastgelegd in Ysis, betreft data van hetzelfde cohort als in de eerste factsheet, maar nu met een vervolg tot half mei en gekoppelde analyse van de usual care data (Ysis). Hierdoor is er nu ook inzage in co-morbiditeit, leeftijd, geslacht en verblijfssituatie.

Belangrijkste conclusies zijn:

 

  • Bevestiging van de bevindingen uit de vorige factsheet, maar nu met meer data: COVID-19 infecties gaan gepaard met veel sterfte
  • Mannen zijn zwaarder getroffen dan vrouwen: overlijden meer en sneller met hogere symptoomlast
  • Een goede verklaring hiervoor is niet gevonden. Het in de bestaande literatuur vaak genoemde verschil in co-morbiditeit tussen mannen en vrouwen is niet verklarend voor het verschil in sterfte in deze populatie van zeer kwetsbare ouderen
  • Dementie, Ziekte van Parkinson en nierfalen zijn geassocieerd met een hoger risico op overlijden.

Download hier de tweede factsheet

 

“Intens gelukkig dat ze weer bezoek mocht ontvangen.”

Ervaringen met de verruiming van de bezoekregeling in verpleeghuizen.

Sinds maandag 11 mei worden onder strikte voorwaarden weer bezoekers toegelaten in 26 verpleeghuizen in Nederland. Sinds 25 mei is bezoek toegestaan bij alle verpleeghuislocaties die op vrijwillige basis aan de verruiming willen deelnemen en aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen.

Deze verruiming van de bezoekregeling wordt nauwgezet gevolgd door de Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg, waarvan UNO onderdeel uitmaakt.

Lees de resultaten van de dieptemonitoring en een globale monitoring hier:

Factsheet Dieptemonitoring bezoekregeling 11-29 mei

Monitor_resultaten_VWS_RAPPORT_8 juni 2020

 

Een overzicht van alle COVID-19 gerelateerde berichten en onderzoeken binnen UNO-VUmc vind je hier.

 

 

De kracht van ons netwerk: door samenwerking beter.

2019, een jaar waarin binnen ons netwerk hard gewerkt is om verder bij te dragen aan goede zorg en behandeling voor ouderen met complexe zorgvragen.

De kracht van ons netwerk zit in samenwerking: samenwerking tussen zorgverleners en onderzoekers, samenwerking tussen de UNO-organisaties onderling en samenwerking met organisaties buiten ons netwerk. En de laatste jaren groeit ook de samenwerking met cliënten en hun vertegenwoordigers. De ambitie om ouderen goede zorg en behandeling te verlenen en hiertoe kennis te ontwikkelen, te delen en toe te passen verbindt ons. We richten ons daarbij op onze thema’s ‘goede zorg voor mensen met hersenaandoeningen’, ‘goede zorg voor revalidanten’ en ‘goede organisatie van zorg’.

Wij geven in dit jaarverslag graag een beeld van onze activiteiten in 2019. En we laten u graag kennis maken met de mensen die daarbij betrokken zijn, want juist zij vormen de drijvende kracht achter ons netwerk. Dit zijn bijvoorbeeld de cliëntvertegenwoordigers die samen met zorgverleners en onderzoekers deelnemen aan de UNO-/wetenschapscommissies; Of de zorgverleners en onderzoekers die binnen de themagroepen de vertaling van wetenschap naar praktijk maken, en andersom ook de vertaling van de praktijk naar de wetenschap; de bestuurders die samen met ons kiezen voor de start van een ontwikkelpraktijk, en die daarmee onderzoekers en zorgverleners de ruimte geven om onderzoek te ontwikkelen op de werkvloer; En dit zijn ook onze promovendi die zorgen dat het onderzoek waar zij verantwoordelijk voor zijn op een goede manier wordt uitgevoerd.

Over deze mensen, en de projecten waaraan zij bijdragen gaat het in dit jaarverslag.

Veel leesplezier!

 

Welke aspecten spelen een rol om tot weloverwogen besluiten te komen?

Vanaf 19 maart 2020, geldt een stringente bezoekregeling in verpleeghuizen. Hoewel de maatregel op goede gronden is getroffen, plaatst deze professionals in de langdurige zorg voor lastige dilemma’s. Vanaf 11 mei 2020 zal de regeling stapsgewijs verruimd worden, te beginnen met één bezoeker per persoon onder strikte voorwaarden in 25 geselecteerde verpleeghuizen.

Medio april 2020 inventariseerden wij de dilemma’s die specialisten ouderen geneeskunde in opleiding, hun opleiders en docenten ervaren onder de strikte bezoekregeling. De eerste resultaten uit deze survey geven een goede indruk van wat de meest schrijnende situaties zijn. Deze vragen prioriteit bij de invulling van de verruiming van de bezoekregeling. Aan de hand van vier casus willen wij laten zien dat de gevolgen van de bezoekregeling diep kunnen ingrijpen in het leven van mensen in het verpleeghuis. Tegelijk bieden deze casus aanknopingspunten voor de inhoudelijke invulling van de verruimde/versoepelde bezoekregeling.
Lees hier het volledige artikel.

En klik hier voor een bezoek aan onze COVID-19 pagina, waar u ons laatste nieuws over dit onderwerp kunt lezen.

Het corona virus houdt Nederland in zijn greep. Wij doen er alles aan om de verspreiding van het virus terug te dringen. Daartoe is nodig dat we snel beter inzicht krijgen in hoe het virus zich binnen het verpleeghuis verspreidt. Uit onderzoek dat in het buitenland (VS) is uitgevoerd, komt naar voren dat mensen mogelijk al besmettelijk kunnen zijn voordat ze zelf ziekteverschijnselen krijgen. Om bewoners en medewerkers optimaal te kunnen beschermen, vinden wij het van groot belang om na te gaan of dat werkelijk zo is.

Daarom is op maandag 4 mei een onderzoek gestart in 3 verpleeghuizen verspreid over Nederland. Bewoners en medewerkers van betrokken organisaties zijn hier inmiddels over geïnformeerd. Het betreft de organisaties Argos Zorggroep, Cordaan en Tante Louise. Per organisatie doet één zorglocatie mee.

Testen
Alle bewoners en medewerkers worden systematisch getest op besmetting met het corona-virus. Iedereen wordt dus gevraagd zich te laten testen – ook als zij recent al getest zijn. Tegelijk vragen wij medewerking bij het invullen van een korte vragenlijst over klachten die mogelijk kunnen wijzen op een infectie. Dit doen we samen met de GGD. In de week van 11 mei wordt de vragenlijst opnieuw afgenomen en worden bewoners en medewerkers die eerder niet besmet waren opnieuw getest. Dezen worden dan een week later (week van 18 mei) opnieuw gevraagd de vragenlijst in te vullen. Alle testuitslagen die wijzen op de aanwezigheid van het virus, worden vervolgens nader geanalyseerd om vast te stellen of het om dezelfde stam van het coronavirus gaat.

Onderzoekers van Amsterdam UMC, onder leiding van prof. Cees Hertogh en prof. Bianca Buurman, gaan onderzoeken, op grond van de testgegevens en vragenlijsten, hoe het virus zich verspreidt. Zij zullen de betrokken organisaties en de sector adviseren over de maatregelen die getroffen moeten worden om het coronavirus doeltreffend te bestrijden.

Wij verwachten dat de resultaten van deze aanpak niet alleen de medewerkers en bewoners van de betrokken organisaties ten goede zullen komen, maar ook de basis gaan vormen voor landelijke beleid om het Corona virus in verpleeghuizen terug te dringen en uitbraken te voorkomen.

Samen krijgen we het coronavirus onder controle!

 

Meer informatie over COVID-19 gerelateerde onderzoeken en onderwerpen vind je hier. 

Voor pers gerelateerde vragen mag u contact opnemen met:

Maike Sparrius (maike.sparrius@amsterdamumc.nl)
Communicatie- en Kennisadviseur UNO-VUmc
Amsterdam UMC

 

Met als thema Acute Ouderengeneeskunde biedt het Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde deze maand een schat aan actuele informatie. Lees onder andere het artikel ‘COVID-19 onder medewerkers in het verpleeghuis met verkoudheidsklachten, maar zonder koorts’, en blader door naar het artikel van:

– Eefje Sizoo en Marja Depla over behandelbeslissingen na een ernstig CVA

– Tjarda Boere en Laura van Buul over het UPCARE-onderzoek

– ‘Hora est’ van de promotie van Ineke Gerridzen (‘Nothing is wrong with me’)

– AIOS Heleen Driever

Lees hier het april nummer.

De COVID-19 pandemie heeft een onwaarschijnlijk grote impact op de gezondheidszorg, en terwijl we dit schrijven beseffen we dat het eind nog lang niet inzicht is. Het virus verspreidt zich erg snel en onvoorspelbaar. Ouderen en mensen met comorbiditeit zijn de meest bedreigde groep, zij hebben een duidelijk slechtere prognose.
De afgelopen weken is hard gewerkt aan een behandeladvies specifiek voor ouderen. Verschillende experts, waaronder medewerkers van de verschillende academische werkplaatsen hebben hier hun steentje aan bijgedragen.

 

Bekijk hier het Behandeladvies Post-COVID-19 Geriatrische revalidatie.

Voor alle COVID-19 gerelateerde berichten van het UNO-VUmc, klik hier.

Op woensdag 11 maart 2020 om 15.45 uur vindt de promotieplechtigheid plaats van Ineke Gerridzen, specialist ouderengeneeskunde bij Atlant.

Zij mag dan haar proefschrift ‘Nothing is wrong with me. Behavioural symptoms and awareness in people with Korsakoff syndrome and other alcohol-related cognitive disorders living in nursing homes’ in het openbaar verdedigen. In 2014 is zij samen met Atlant en de afdeling Huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde van Amsterdam UMC, locatie VUmc onder begeleiding van prof. dr. Cees Hertogh gestart met de KORSAKOV-studie. Dit betreft een beschrijvend onderzoek naar de kenmerken en het functioneren van mensen met het syndroom van Korsakov die in het verpleeghuis verblijven en richtte zich specifiek op het voorkomen van probleemgedrag en ziekte-inzicht, en de onderlinge verbanden bij deze groep mensen. Aan dit onderzoek hebben diverse zorgorganisaties deelgenomen.

Voorafgaande aan de promotieplechtigheid zal een minisymposium gehouden worden.

U bent van harte uitgenodigd voor zowel het minisymposium als de promotieplechtigheid. Via deze link kunt u zich aanmelden.

Titel van het minisymposium:

‘Korsakov op de kaart’. Hoe kennisontwikkeling bijdraagt aan specialistische zorg voor mensen met het syndroom van Korsakov.

Datum: woensdag 11 maart 2020

Locatie: Auditorium Hoofdgebouw Vrije Universiteit, Amsterdam

Adres: De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam

Routebeschrijving: vanaf de hoofdingang van het Hoofdgebouw loopt u rechts de trap op tot u in de foyer komt en dan weer links de trap op naar het aulaniveau. Als u hier linksaf loopt ziet u aan uw linkerzijde het auditorium.

 

Programma symposium en promotieplechtigheid:

12.00 – 13.00   Inloop met koffie/thee/broodjes

13.00 – 13.10   Opening en introductie van de dagvoorzitter door prof. dr. Cees Hertogh, hoogleraar Ouderengeneeskunde & Ethiek van de zorg voor kwetsbare ouderen, UNO-VUmc

13.10 – 13.20    Dagvoorzitter drs. Thijs Houtappels, bestuurder Atlant en bestuurslid Korsakov Kenniscentrum

13.20 – 13.40   Wetenschap en cognitie, interview prof. dr. Roy Kessels, hoogleraar neuropsychologie, Radboud Universiteit, Donders Instituut en voorzitter Wetenschapsraad Korsakov Kenniscentrum

13.40 – 14.00   Een kijkje in het brein; wat is bewustzijn/awareness? Anouk van Loon, cognitieve neurowetenschappen, onderzoeker, UNO-VUmc

14.00 – 14.10   De ontwikkeling van kennis- en expertisecentra. Vlog met o.a. Anno Pomp, Coördinator Strategie Directie Langdurige Zorg, Ministerie van VWS. Cynthia Vogeler MSc, directeur Korsakov Kenniscentrum. Loes van Dusseldorp MSc, onderzoeksbegeleider en praktijkonderzoeker, Atlant. Wiltine Moerman MSc, psycholoog/onderzoeker, Atlant.

14.10 – 14.30   Expertisecentrum in de praktijk, Hedwig de Vries, Directeur behandeling en begeleiding, Atlant en Ester Willemse, Programmamanager Expertisecentra, Atlant

14.30 – 14.50   Wilsbekwaamheid bij het syndroom van Korsakov:
een ethisch perspectief door prof. dr. Cees Hertogh

14.50 – 15.00   Sluiting dagvoorzitter

15.00 – 15.45   Pauze, gelegenheid om naar de aula te lopen

15.45 – 17.15    Promotieplechtigheid

17.15 – 18.00    Receptie

 

Bekijk hier de uitnodiging. 

Wij zijn verheugd ons netwerk uit te kunnen breiden met Woonzorgconcern IJsselheem actief in de gemeenten Kampen, Zwartewaterland en Zwolle.

IJsselheem is een organisatie gespecialiseerd in zorg, wonen, welzijn en behandeling, en beschikt over grote deskundigheid op het gebied van ziekenhuis gerelateerde zorg en paramedische behandeling.

IJsselheem gaat zich binnen haar lidmaatschap met name richten op Goede zorg voor Revalidanten en wordt om die reden ook onderdeel van onze gelijknamige themagroep. Deze themagroep richt zich onder meer op goal setting (de patiënt centraal), triage, intensiteit van behandeling en ambulante revalidatie.

Wij denken met IJsselheem een enthousiaste organisatie te verwelkomen die een actieve rol kan gaan spelen binnen ons netwerk.

Collega’s van IJsselheem: van harte welkom bij ons mooie netwerk!

Amsterdam, 2 september 2019

 

‘Thirteen reasons why’ is een populaire, maar ook controversiële Netflix serie. Centraal daarin staat het verhaal van Hannah Baker, een middelbare scholiere die zelfmoord pleegt en tevoren cassettebandjes stuurt naar de mensen die zij daar verantwoordelijk voor houdt. Op deze bandjes deelt zij met hen de dertien redenen die haar tot haar zelfmoord hebben gebracht. De serie genereerde veel aandacht voor het thema zelfdoding onder jongeren, maar leidde ook tot navolging en kopieergedrag. En daarmee tot zorg over het uitstralingseffect van een dergelijke serie.

In Nederland staat voor het eerst sinds de legalisering van euthanasie een arts voor de strafrechter op beschuldiging van moord wegens het doden van een wilsonbekwame patiënt met dementie op grond van een schriftelijke wilsverklaring. Zij bracht in praktijk, wat sinds de aanvaarding van de wet als mogelijk scenario opgesloten lag in deze onevenwichtige wettelijke regeling.

Waarom is die wet onevenwichtig? Dat heeft alles te maken met de wilsverklaring. Alle in de praktijk gegroeide ethische normen inzake zorgvuldige euthanasie stoelen namelijk op communicatie en een wederkerige relatie tussen arts en patiënt. Met de wettelijke vastlegging van die normen had de wetgever in 2002 kunnen volstaan, maar toenmalig D66 minister Els Borst wilde ook de mogelijkheid creëren om euthanasie mogelijk te maken op basis van een schriftelijke wilsverklaring. Zo’n wilsverklaring geldt echter pas als zinvolle communicatie niet meer mogelijk is en daar ligt meteen de spanning met de op communicatie en wederkerigheid stoelende normen voor euthanasie. De wilsverklaring is daarmee van meet af aan een weeffout in de verder uiterst zorgvuldig ontwikkelde normen voor verantwoorde euthanasie. Want wat laat je nu prevaleren? De wilsverklaring of de waarden van communicatie en wederkerigheid? De wet biedt artsen onvoldoende kader en gezien deze onduidelijkheid was het slechts wachten tot een arts voorrang zou geven aan het volgen van een euthanasieverklaring.

Dat is nu gebeurd. Zelfs als de betrokken patiënte tijdens de uitvoering van de levensbeëindiging zou hebben gezegd: ‘ik wil niet dood’, had de arts haar toch gedood. Want, zo verduidelijkt zij in het verslag van de toetsingscommissie euthanasie, omdat patiënte wilsonbekwaam was waren haar verbale uitingen niet meer relevant.

Hoewel artsen deze handelwijze in meerderheid ‘een brug te ver’ vinden, is er veel emotionele betrokkenheid bij het lot van deze collega-arts: na een tuchtrechtelijke procedure wordt zij ook nog onderworpen aan een strafrechtproces. Dat gun je niemand, zo geven artsen desgevraagd aan.

Maar daar staat wel tegenover dat de gedragslijn van de arts in kwestie ingrijpende consequenties kan hebben voor het lot van (het toenemend aantal) mensen met gevorderde dementie en een euthanasieverklaring. En dat de druk op artsen om gevolg te geven aan een dergelijke wilsverklaring aanzienlijk zal kunnen toenemen, als de rechter over de handelwijze van deze arts een positief oordeel velt. Zo krijgt deze casus mogelijk een uitstralingseffect vergelijkbaar met ‘thirteen reasons why’.

Daarom geef ik hier ‘thirteen reasons why NOT’, dat wil zeggen: dertien overwegingen bedoeld om deze casus en de handelwijze van deze arts in een breder perspectief van goede zorg te plaatsen. Dat mis ik in de huidige gepolariseerde discussie, terwijl we dat bredere perspectief wel nodig hebben: ter reflectie, ter bezinning en ter preventie.

Thirteen reasons why NOT

  1. Een euthanasiewilsverklaring draagt het risico in zich van kokerdenken: de arts in kwestie heeft zich in de korte periode tussen opname en uitvoering (slechts 7 weken) van de levensbeëindiging uitvoerig toegelegd op het observeren van gedrag, om te beoordelen of dit kon worden geduid als ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Zij heeft geen (multidisciplinaire) interventies beproefd gericht op behandeling van het gedrag en verlichting van de daarmee verbonden lijdensdruk. Had dat niet een voorafgaande stap in het hele proces moeten zijn?
  2. De arts heeft externe consultaties gevraagd ter beoordeling van het euthanasieverzoek. Niet is gebleken dat zij externe consultatie heeft gevraagd met het oog op behandeling van het probleemgedrag van patiënte en de daarmee verbonden lijdensdruk.
  3. Uit de beschrijving van het gedrag van patiënte komt duidelijk naar voren dat hier sprake was van probleemgedrag dat passend is bij dementie – en dat in die zin niet uniek is. Professionele richtlijnen inzake probleemgedrag benadrukken het belang van een methodische benadering en multidisciplinaire aanpak van dit gedrag. Van zo’n insteek is in de onderhavige situatie niets gebleken.
  4. De arts was namelijk op grond van haar langjarige ervaring stellig van mening dat psychosociale en medicamenteuze interventies bij deze patiënt ineffectief zouden zijn. Echter: te sterk vertrouwen op eigen ervaring – zo weten we uit onderzoek – kan een valkuil zijn en in de weg staan aan een objectieve en evenwichtige oordeelsvorming, zeker in extreme situaties als deze.
  5. De arts was van oordeel dat patiënte wilsonbekwaam was en dat haar wilsuitingen derhalve niet meer relevant waren: zelfs als zij had aangegeven niet dood te willen, zou de arts de levensbeëindiging hebben doorgezet. Hoe is dit negeren van wilsuitingen te verenigen met het kernprincipe van persoonsgerichte zorg (de standaard in de dementiezorg), om mensen met dementie in alle stadia van de aandoening steeds als persoon te blijven zien en benaderen?
  6. Een wilsonbekwame patiënt verliest niet het recht op informatie en consultatie, zo leren de WGBO en mensenrechtenverdragen. Een arts dient ook de wilsonbekwame patiënt steeds naar vermogen te betrekken en diens wilsuitingen zorgvuldig te wegen.
  7. ‘Ondraaglijk lijden’ is in de euthanasiewet een waardenoordeel van de patiënt over zijn lijden. De arts kan pijn meten en observeren, maar het oordeel dat pijn ondraaglijk is – en dat beproefde of aangeboden alternatieven ter verlichting geen perspectief meer bieden – komt primair toe aan de patiënt. En wat voor de ene patiënt ondraaglijk lijden is, is dat voor een andere niet. Daarom: om duidelijk te krijgen of lijden voor een patiënt ondraaglijk is, kan niet volstaan worden met observatie van gedrag of met het interpreteren van wilsverklaringen, maar is communicatie tussen arts en patiënt noodzakelijk.
  8. Communicatie is ook essentieel om te kunnen voldoen aan de vierde zorgvuldigheidsvoorwaarde inzake zorgvuldige euthanasie: ‘de arts moet samen met de patiënt tot de overtuiging zijn gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing is’. Hoe kun je iemand doden als deze gezamenlijke overtuiging ontbreekt?
  9. Patiënte kreeg tijdens het ‘in een gezellige sfeer’ samenzijn voorafgaand aan de euthanasie dormicum in haar koffie, teneinde verzet te vermijden bij de uitvoering van de levensbeëindigende handeling. In termen van de Wet Bopz en de nieuwe wet Zorg en Dwang is dat een vorm van dwang die extra rechtvaardiging behoeft, omdat kwetsbare wilsonbekwame patiënten hun wil soms alleen nog maar via verzet kunnen kenbaar maken.
  10. Bij de uitvoering van de dodende handeling weerde patiënte af en moest zij door haar familie worden vastgehouden om de levensbeëindiging uit te kunnen voeren. De arts besloot op dat moment om af te maken wat zij begonnen was ‘en wilde nu geen koudwatervrees krijgen.’ Maar is het acceptabel om bij – zelfs maar de schijn van – verzet levensbeëindiging uit te voeren?
  11. Patiënte wilde euthanasie indien zij moest worden opgenomen in een verpleeghuis. Kan dit voor artsen eigenlijk wel een valide wilsverklaring zijn? Is het acceptabel om het aangewezen zijn op een bepaald type zorg – langdurige zorg in een voorziening die wij alle ouderen in ons land willen kunnen bieden als de nood aan de man is – te aanvaarden als een grond voor levensbeëindiging?
  12. Door te besluiten tot verpleeghuisopname van patiënte werden haar naaste familieleden medeverantwoordelijk voor het actueel worden van de euthanasieverklaring. Een extra morele belasting, naast de schuldgevoelens waarmee zo’n opnamebeslissing toch al gepaard gaat. Hoe beïnvloedde dit hun oordeelsvermogen? Resulteerde dit niet in extra druk op hen om aan te dringen op euthanasie?
  13. De term euthanasie is afgeleid van het Griekse eu thanatos: een goede dood. De ultieme vraag die deze casus, en de uitvoeringsdetails die daarover tot ons zijn gekomen, oproept luidt: is dit een goede of waardige dood geweest? Is dit een scenario van levensbeëindiging waar de wet voor bedoeld is? En is het moreel acceptabel om van artsen te verlangen daaraan mee te werken?

Er zal in de komende tijd nog veel discussie zijn over deze casus en na de uitspraak van de rechtbank komt er waarschijnlijk ook een hoger beroep. Dat juridische proces kan bijdragen aan verduidelijking van normen, maar overziet en betreft niet de volle breedte van het afwegings- en besluitvormingsproces van artsen. Daarvoor hebben we professionele normen en een helder medisch ethisch kader nodig. In de vormgeving daarvan moet de beroepsgroep zelf de lead nemen, om schrijnende situaties als deze in de toekomst te voorkomen. Dat is de doelstelling van ons dementieonderzoek: DALT. Hierin ontwikkelen we op basis van empirisch onderzoek, gecombineerd met ethische en rechtsfilosofische analyses, een normatief houvast voor artsen bedoeld om te ondersteunen in het zorgvuldig omgaan met schriftelijke euthanasieverklaringen van mensen met dementie. En daar nemen we de bovengeschetste ‘thirteen reasons why NOT’ als overwegingen in mee.

 

Cees Hertogh

Helaas gaat de regiotour vanwege een te laag aantal inschrijvingen niet door. Benieuwd naar verbinding praktijk en wetenschap in de ouderen- en gehandicaptenzorg?  Kom dan op 2 december naar de regiotour in Tilburg en/of meld je alvast aan voor het landelijk congres op 10 februari in Nieuwegein.

 

(oorspronkelijk bericht)

Een mooie samenwerking tussen Vilans en UNO-VUmc! Kom op donderdagmiddag 7 november ontdekken hoe je praktijk en wetenschap in de langdurige zorg dichter bij elkaar brengt. Waarom? Omdat je niet voor niets hart hebt voor de zorg die jij biedt. En er is altijd ruimte voor verbetering.

Tijdens de diverse workshops en presentaties krijg je een kijkje in hoe onderzoek en praktijk met elkaar zijn verbonden en wat we van elkaar kunnen leren:

  • Krijg inzicht in hoe je systematisch met onbegrepen gedrag kunt omgaan met de GRIP methode
  • Leer hoe Advance Care Planning precies werkt
  • Hoor hoe onderzoek kan bijdragen aan antibioticaresistentie en wat dat precies betekent
  • Ontdek hoe je een kennisbijeenkomst in je eigen organisatie tot een succes kunt maken
  • en nog veel meer….

Informatie

  • Donderdag 7 november 2019
  • 12.00 – 16.15 (inloop vanaf 12 uur met broodje)
  • CODA, Vosselmanstraat 299, Apeldoorn
  • Gratis, ook voor niet UNO-leden

Het Zoek het Uit congres is bedoeld voor zorgprofessionals, onderzoekers, docenten en andere betrokkenen bij en geïnteresseerd in de kennisinfrastructuur voor ouderen- en gehandicaptenzorg. Accreditatie is aangevraagd bij de V&VN.

Meer weten over kennis delen?

Inschrijven is niet meer mogelijk.

 

 

Antibioticaresistentie is een groeiend probleem in de ouderenzorg. Een gezamenlijke aanpak tegen het ontstaan en verdere verspreiding van resistentie is hard nodig. Daarom slaan we de handen ineen. Kom maandag 19 november 2018 naar het congres ‘Aanpak antibioticaresistentie in de ouderenzorg’ van het ministerie van VWS, het RIVM en Vilans. Ook het UNO-VUmc mag hier haar steentje aan bijdragen in de vorm van een trio presentatie over de onderzoeken PROGRESS, ANNA en UPCARE:

De nieuwe richtlijnen urineweginfecties en luchtweginfecties zijn nog maar net uit. Het opdoen van kennis op deze gebieden gaat door! Wat voegen de onderzoeken toe? Meld je snel aan voor de workshop ‘academische pitches’.

Samen staan we sterker!

Welke onderzoeksmethode zet jij in om de ouderenzorg te verbeteren?”

Die vraag stond centraal tijdens de jaarlijkse Wetenschapsdag van de zes samenwerkende academische netwerken ouderenzorg, dit keer georganiseerd door het UNO-UMCG. Wetenschappers uit alle netwerken deelden hun ervaringen met verschillende onderzoeksmethoden. Met kwalitatief onderzoek bijvoorbeeld, om inzicht te krijgen in de leefwereld van ouderen.

“Toe, kijk naar mij. Er is zoveel meer dan wat het lijkt. Dat zie je pas echt als je naar me kijkt. Toe, kijk eens écht naar mij…” Met een ontroerend lied over een man met dementie opende theatergroep Ervarea de SANO Wetenschapsdag 2018.

Combinatie van methoden

Daarna beschreef Sytse Zuidema, hoogleraar ouderengeneeskunde en dementie, UMCG en voorzitter van het UNO-UMCG, de opmars van nieuwe onderzoeksmethoden in de ouderenzorg. Aan de hand van actuele onderzoeken kwamen onder meer stepped wedge design, implementatieonderzoek, actieonderzoek en n=1-onderzoek aan bod. Zuidema pleit in de ouderenzorg voor “ander onderzoek dan klassiek gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCT), dat vaak niet geschikt is om complexe interventies in de zorg voor kwetsbare ouderen met multimorbiditeit te bestuderen.”

Zuidema: “Voor deze doelgroep is het veel zinvoller om interventies samen met de zorgpraktijk te ontwikkelen, te implementeren en daarna op werkzaamheid te onderzoeken.” Binnen het UNO-UMCG wordt daarom door themagroepen – leernetwerken rondom een bepaald onderzoeksthema, zoals Probleemgedrag of Medicatieveiligheid – volop geëxperimenteerd met verschillende onderzoeksmethoden.

Ervaren wat ouderen ervaren

Katrien Luijkx, bijzonder hoogleraar ouderenzorg en werkzaam voor de academische werkplaats TRANZO, vertelde over kwalitatief onderzoek. “Zeer waardevol als je inzicht wilt in de leefwereld van ouderen”, aldus Luijkx. “Om mensgerichte zorg te kunnen leveren moet je weten hoe het is om oud te zijn en zorg te ontvangen. Persoonlijke ervaringen en voorkeuren zijn moeilijk in vragenlijsten te vangen. Ga naast hen zitten, ervaar wat zij ervaren.” Dé oudere bestaat niet, benadrukte Luijkx. “Het is belangrijk dat zorgverleners zich daar bewust van zijn en in de praktijk leren omgaan met die variatie.”

Passende onderzoeksdesigns

Programmasecretarissen Vicky de Boer en Désirée te Marvelde van ZonMw vertelden over de focus van het programma Langdurige Zorg en Ondersteuning. Ze benadrukten het belang van het cliëntperspectief. Te Marvelde: “Het cliëntperspectief staat niet alleen centraal in de programmering, maar ook bij de beoordeling van onderzoeksaanvragen. Dus van onderzoekers vragen we om projecten in co-creatie te ontwikkelen en uit te voeren.” De Boer vertelde dat er binnen het programma ook ruimte komt voor fellowships voor MBO- en HBO-opgeleide zorgprofessionals. Bovenal wil ZonMw het veld stimuleren om praktisch toepasbare kennis op te leveren. De Boer: “Als er behoefte is aan nieuwe kennis, dan zijn er passende onderzoeksdesigns nodig om die kennis op te halen in de praktijk. Zodat nieuwe inzichten ook echt gebruikt worden en niet ergens op een plankje belanden.”

Presentaties online

Tijdens zeven parallelsessies deelden onderzoekers hun ervaringen met verschillende onderzoeksmethoden, aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Hun presentaties en die van de plenaire sprekers verschijnen binnenkort online op de website van SANO (Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg).

 

Voor zorgprofessionals, onderzoekers, beleidsmedewerkers en managers.

Kom naar de jaarlijkse wetenschapsdag van SANO, de Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg. Dit jaar in Groningen. Het thema is ‘methoden van onderzoek in de ouderenzorg’. Het belooft een interessant programma te worden, je vindt het hieronder. Inschrijven? Dat kun je ook direct hier doen.

 

Wanneer? Donderdag 8 november 2018 van 9.30 – 16.00, uur, inclusief lunch en drankje na afloop.

Waar? UMCG, Groningen

Waarover? Wetenschappelijke onderzoeksbenaderingen en -methoden.

Voor wie? • Onderzoekers, zorgprofessionals, managers en beleidsmedewerkers die werken aan het ontwikkelen, delen en (helpen) toepassen in de praktijk van (nieuwe) wetenschappelijke

kennis. • De organisatie waar je werkt is lid van een van de netwerken van SANO of daar direct bij betrokken.

Waarom?
• Nieuwe en verdiepende kennis verwerven en uitwisselen van ideeën over onderzoeksmethodieken
• Stimuleren van onderlinge (nieuwe) samenwerking in wetenschappelijke projecten.

Wat kost het? Aan deelname aan de SANO Wetenschapsdag zijn geen kosten verbonden.

Schrijf je nu in.

 

Dementie heeft verschillende vormen. Maar welke vorm een patiënt ook heeft, in de loop van de tijd zal hij of zij de wereld om zich heen steeds minder gaan begrijpen.

Er komen nieuwe gezondheidsproblemen bij…
Er ontstaan spraakstoornissen…
Beslissen over de eigen behandeling zal steeds moeilijker gaan…

Een grote verantwoordelijkheid komt op de schouders van de mantelzorgers neer. Een gevoelige en lastige taak waarop de meeste mensen niet of nauwelijks voorbereid zijn.

Voor wie?
Dit boekje is speciaal samengesteld voor familie en naasten. Maar ook voor zorgprofessionals is het een waardevolle handreiking. Bijvoorbeeld om de familie en naasten bij te staan met informatie na een gesprek.

De handreiking ‘Zorg rond het levenseinde voor mensen met Alzheimer of een andere vorm van dementie’ is nu ook online verkrijgbaar. Met deze handreiking vertellen wij over hoe dementie zich in het algemeen naar het einde toe ontwikkelt. Op die manier wordt inzicht gegeven in de mogelijke problemen en behandelmogelijkheden in de laatste levensfase. De handreiking legt de nadruk op palliatieve zorg.

 

 

 

 

 

Hoeveel Florence Nightingales telt Nederland? “Ontelbaar veel”, zegt Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde & ethiek van de zorg en hoofd universitair netwerk ouderenzorg VUmc (UNO-VUmc). “Want iedere verzorgende of verpleegkundige heeft wel een stukje van haar opmerkelijke karakter in zich: niet alleen verpleegde en verzorgde zij zieke en gewonde patiënten. Zij zorgde er bovendien voor dat processen beter gingen lopen en de zorg voor patiënten verbeterde. Een taak die vandaag de dag in het bijzonder op de schouders van onze zorgmedewerkers drukt, én die met beide handen aangepakt wordt. De zorg in Nederland is niet meer zoals vroeger. We werken er elke dag aan om betere zorg aan onze ouderen te leveren, om de veranderingen die gaande zijn in goede banen te leiden. Florence Nightingale is een werkwoord: jij Florence Nightingalet, wij Florence Nightingalen…. Wij zorgen voor de dag van morgen.  #12mei #dagvandeverpleging #trotsopdezorg #DvdV2018

 

 

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de kwaliteit van leven positief wordt beïnvloed door een gezonde mond. Om die reden wordt er veel onderzoek gedaan naar dit onderwerp én heeft de opleiding mondzorgkunde van Hogeschool InHolland Amsterdam een maatschappelijke stage in een verpleeghuis verplicht gesteld.

Kersti de Lugt-Lustig, werkzaam bij Vivium als Mondzorg Coach en docent ouderenzorg bij Hogeschool InHolland Amsterdam, zoekt zorginstellingen waar studenten mondzorgkunde stage kunnen lopen. De eerste stageperiode begint in november 2018 en duurt 7 weken (waarvan 1 dag per week stage). Aan de stage zijn geen kosten verbonden voor de zorginstelling.

Interesse of meer informatie? Kersti staat je graag te woord:

kersti.delugtlustig@InHolland.nl

T 06.23 81 69 38.

 

Leidt een beslisboom voor behandeling van urineweginfecties tot beter antibioticagebruik?
Het RIVM start in samenwerking met regionale zorgnetwerken een groot landelijk onderzoek naar resistente bacteriën in verpleeghuizen. Dit zijn bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica. Steeds meer bacteriën worden ongevoelig voor antibiotica. Dat kan betekenen dat een ‘gewone’ infectie zoals een blaasontsteking, moeilijker kan worden behandeld. Daardoor zijn patiënten vaak langer of ernstiger ziek. Dit betreft vooral kwetsbare mensen, zoals zieken en ouderen. Het is de bedoeling dat ongeveer 300 verpleeghuizen verspreid over het hele land mee gaan doen.

Ook het UNO en haar aangesloten lid-organisaties buigen zich over deze problematiek. Met onderzoek ANNA wordt bekeken of de inzet van een beslisboom voor de behandeling van urineweginfecties leidt tot beter antibioticagebruik. Meer informatie?

Stuur nu verbeter ideeën in met kans op subsidie!

 

Meehelpen de zorg aan onze cliënten verder te ontwikkelen? Of onderzoeken of het invoeren van die nieuwe werkwijze leidt tot de gewenste uitkomsten? Het UNO-VUmc stelt een subsidie van €15.000 beschikbaar voor de organisatie die een kleinschalige, praktijkgerichte onderzoeksproject in ouderenzorgorganisaties wilt uitvoeren dat leidt tot betere zorg of werkwijzen.

Er zijn drie typen onderzoeken mogelijk:

  • Ontwikkel een werkwijze of product voor een probleem of vraag uit de praktijk, en onderzoek of deze werkwijze een oplossing biedt. Voorbeeld: Het valt je op dat cliënten die thuis nog een huisdier hadden, de omgang met het dier vaak missen. Je wilt onderzoeken of een dagbestedingsactiviteit met dieren een positieve invloed heeft op de kwaliteit van leven van deze cliënten.
  • Je wilt onderzoeken of een werkwijze of product, die al in jouw organisatie wordt gebruikt, ook leidt tot de gewenste uitkomsten. Of: je wilt onderzoeken of een werkwijze die elders leidt tot gewenste uitkomsten, óók in jouw organisatie goed werkt. Voorbeeld: De facilitaire dienst heeft een ‘kookboek’ ontwikkeld waaruit cliënten in een kleinschalig woongroep zelf een weekmenu kunnen samenstellen. Sinds kort wordt dit in enkele woongroepen gebruikt. Je wilt onderzoeken of de cliënten in de woongroepen die gebruik maken van het kookboek beter eten dan cliënten in de woongroepen die het kookboek niet gebruiken.
  • Je wilt onderzoeken of het lukt om een werkwijze of product, waarvan bekend is dat deze positieve effecten heeft, op een succesvolle manier is in te voeren in jouw organisatie. Voorbeeld: Onderzoek heeft aangetoond dat een bepaalde werkmethode in de GRZ ertoe leidt dat cliënten sneller weer naar huis kunnen. Je wilt deze werkmethode invoeren op drie afdelingen en daarbij onderzoeken op welke manier dit het beste lukt.

Voor deelname aan deze subsidieoproep bestaan enkele voorwaarden. Heb je ideeën of wil je de details van deze subsidieoproep inzien? Mail dan je naam, emailadres, functie, naam van de organisatie waar je voor werkt en het telefoonnummer waarop je te bereiken bent naar uno@vumc.nl en wij nemen contact met je op.

Meld je idee voor 20 april 2018 aan via uno@vumc.nl. We zien uit naar bijdragen van onze aangesloten organisaties.

 

Volg  ons nu op LinkedIn en Twitter.

‘Hoe zorgen we er voor dat we ons netwerk én de professionals daarbuiten bereiken, betrekken en inspireren met datgeen waar het UNO-VUmc met haar aangesloten zorgorganisaties voor staat? ‘Dat was het uitgangspunt bij de vraag of het zinvol is om ons netwerk ook op LinkedIn en Twitter te presenteren. En ja, meenden wij, dat is het zeker! Om meerdere redenen: social media is een passende manier om de nieuwste onderzoeken en resultaten te delen. Het is een manier om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen die gaande zijn binnen de aangesloten organisaties in ons netwerk. Het geeft ons inzicht in wat andere netwerken of kenniscentra zo allemaal ondernemen. Het vereenvoudigt het in contact komen, en blijven, met alle professionals van onze aangesloten organisaties. Én het stelt ons in staat de buitenwereld kenbaar te maken aan welke ontwikkelingen wij als netwerk elke dag zo hard werken en welke projecten of onderzoeksresultaten wij klaar hebben liggen om voor hen mee aan de slag te gaan.

Een nieuw type netwerk dus: via de mogelijkheden van LinkedIn en Twitter. Wij nodigen u daarom uit om ons op LinkedIn en/of Twitter te volgen. We delen hier wetenswaardigheden, nieuws, nieuwe onderzoeken, resultaten, enzovoort. Volg ons, deel en praat mee!

 

Op 30 januari organiseert het onderzoeksprogramma Aging & Later Life van VUmc en AMC, in samenwerking met Trouw en De Nieuwe Liefde, een avond over de verhouding tussen vitaliteit en kwetsbaarheid.

Succesvol ouder worden?

Cees Hertogh is programmaleider van Aging & Later Life en hoofd van het UNO-VUmc. Hij gaat in debat met Marli Huijer (filosoof en voormalig denker des vaderlands) en Kader Abdolah (schrijver) over de spanning tussen gezond en succesvol ouder worden en het accepteren van beperkingen.
Is er nog plaats voor gebrek, verlies en afhankelijkheid in het denken over ouder worden? Of moet iedereen tot de laatste snik vitaal en vrolijk zijn? De avond begint om 20.00u en vindt plaats in debatcentrum De Nieuwe Liefde in Amsterdam.

De avond is onderdeel van een landelijke debatreeks over actuele medisch-ethische onderwerpen. Voorafgaand aan het debat zal er een inhoudelijk stuk verschijnen in Trouw.

Voor meer informatie en kaartverkoop kun je onderstaande links aanklikken.

http://denieuweliefde.com/programma/tot-laatste-snik-vitaal/#

Een aansprekend programma en een volle zaal. Daarmee is het symposium “goede zorg in de laatste levensfase” kort samengevat.

Van de Amstelzaal in VUmc was bijna elke stoel bezet: bijna 350 professionals uit de ouderenzorg namen deel aan het programma. In de ochtend werd – na de lancering van de nieuwe UNO-website – aandacht besteed aan verschillende aspecten van goede zorg in de laatste levensfase: Wat is goede zorg eigenlijk en wat is advance care planning (ACP)? Hoe wordt ACP toegepast in de eerste lijn? Hoe verloopt het ziekteproces bij dementie in de laatste levensfase? Hoe kijken mensen met dementie zelf naar hun ziekte en naar de toekomst? En welke rituelen en gebruiken zijn van belang aan het levenseinde bij verschillende religies?

Na deze inspirerende ochtend was er een levendige standjes-markt waar verschillende zorgorganisaties zich presenteerden.

Het middagprogramma was verdeeld in twee parallelsessies: één gericht op de zorg en één gericht op behandelaren.

Aansluitend was er een cabaret van theatergroep Langs de Lijn onder het motto: Dit is het einde!