• Waar bent u naar op zoek?

Terug naar vorige pagina

Ervaringsverhaal van zorgorganisatie Amaris

Doelgroep: Aandachtsvelder en zorgmedewerkers

Een ervaringsverhaal van een de-implementatieproces bij zorgorganisatie Amaris, begeleid door UNO Amsterdam, is toegevoegd aan de Toolkit ter inspiratie. Dit verhaal geeft een realistisch beeld van de praktijkervaring door te laten zien welke uitdagingen en successen zij tegenkwamen. Het biedt daardoor inspiratie voor zorgprofessionals bij hun eigen de-implementatieproces.

Kwaliteitsverpleegkundige Patricia over het Beter Laten-project:  “Je wordt echt aan het denken gezet over overbodige handelingen”

Meer comfort voor bewoners door minder overbodige handelingen. Op de PG-afdeling binnen Amaris-locatie Alporti ging kwaliteitsverpleegkundige Patricia aan de slag met de Beter Laten-lijst. Met resultaat: in een jaar tijd wist ze samen met haar collega’s een streep te zetten door twee handelingen die bewezen niet-effectief zijn en geen voordeel hebben voor de cliënt.

Om een breed draagvlak te creëren voor het Beter Laten-project, kregen alle medewerkers op de afdeling de kans om aan te geven welke handeling zij wilden weglaten. Patricia: “Zo kwamen we tot twee overbodige handelingen, waarmee we binnen onze PG-afdeling veel te maken hebben. Eén daarvan is het toedienen van kunstmatige voeding en vocht bij continue palliatieve sedatie.”

Verder kijken
Patricia en collega’s kozen er bewust voor om dit thema breder aan te vliegen. “Wij hebben ons gericht op het toedienen van alle vocht en voeding in de hele terminale fase. Wij merken namelijk dat bewoners vaak al voor hun sterfbed niet meer willen eten en drinken. Dit omdat hun lichaam daar geen behoefte meer aan heeft. Waarom zou je het dan nog toedienen?”

Hoe logisch dit voor Patricia ook klinkt, in de dagelijkse praktijk krijgen zorgmedewerkers vaak te maken met mantelzorgers en naasten. “Die vragen of hun ouder toch niet wat moet eten of drinken. We hebben gemerkt dat zorgmedewerkers het lastig vinden om daarover het gesprek aan te gaan. Daarom hebben wij gezegd: laten we de collega’s een uitleg geven over wat vocht en voeding doet als iemand niet meer wil. En laten we hen leren om dat aan naasten en mantelzorgers uit te leggen.”

Klinische en communicatielessen
Belangrijk keerpunt vormde de klinische les van een van de artsen binnen Amaris. “Hij legde ons uit dat toediening van voeding en vocht het proces van sterven alleen maar verlengt. Zo lang iemand blijft eten en drinken, moet het lichaam dat weer verwerken. Je geeft iemand dus iets waaraan het lichaam geen behoefte meer heeft. Haar heldere uitleg heeft bij onze helpenden, helpenden plus en verzorgenden – die het meest met de naasten in contact komen – veel inzicht gebracht. ”

Tijdens de jaarlijkse communicatietraining leerden alle medewerkers hoe zij het lastige gesprek met de naasten aangaan. Kon iedereen daarna met het geleerde aan de slag? “Sommige collega’s vonden het aanvankelijk nog wat eng om het gesprek te voeren. Gelukkig kregen zij de ondersteuning van collega’s die zo’n gesprek wel vaker hadden gevoerd. Door het onderwerp daarnaast tijdens de teambesprekingen te behandelen, zijn we er allemaal nog vertrouwder mee geraakt.”

Naasten informeren
In het contact met de naasten vinden Patricia en collega’s niet alleen het gesprek aan het sterfbed belangrijk. Ook goede voorlichting vooraf is een belangrijk element. “Een collega die de palliatieve opleiding volgt, werkt momenteel aan een brochure over de laatste levensfase van bewoners. Wat kunnen naasten verwachten? De inhoud van de klinische les en een boekje dat een psycholoog eerder voor zorgmedewerkers schreef, vormen daarvoor de basis. Zij maakt de vertaalslag naar de naasten.”

Kennis delen
Terugkijkend op het Beter Laten-project kijkt Patricia tevreden terug. “Ik vond het erg interessant. Je wordt aan het denken gezet en steekt er veel van op.” Wat ze anders zou doen? “Het begin van het traject – de keuze van de overbodige handelingen door collega’s – liep vertraging op. Ik zou dat de volgende keer niet te vrijblijvend laten zijn, maar kiezen voor een deadline.” Voor iedereen die nog met de Beter Laten-lijst aan de slag gaat, heeft ze een tip: “Deel je kennis over wat het weglaten van handelingen oplevert. Dan zijn medewerkers eerder bereid om mee te doen.”

Patricia en haar collega’s hebben de Beter Laten-beweging binnen Amaris in gang gezet. “Het weglaten van de twee handelingen wordt nu binnen heel het huis doorgevoerd. Volgens mij is het de bedoeling dat een palliatief team er dan organisatiebreed mee aan de slag gaat. Uiteindelijk zullen we vast nog veel meer ontdekken wat we kunnen weglaten.”

Hoe geen extra lagen decubitus helpt voorkomen
Vanuit de Beter Laten-lijst zijn ze op de PG-afdeling ook gestopt met overbodige lagen in het bed. Patricia legt uit: “Bewoners die incontinent zijn, zijn vaak ook gevoelig voor decubitus. Tot voor kort lag er nog een extra matje in hun bed om het medewerkers tijdens het verschonen makkelijker te maken. Ook gebruikten collega’s wel eens een handdoek om een klein plekje aan urine midden in de nacht af te dekken. Juist door die extra lagen, ontstaat er veel meer druk op de huid, waardoor decubituswonden sneller ontstaan.”

In nog geen twee weken wisten Patricia en haar collega’s het aantal extra lagen terug te dringen. “In eerste instantie hebben we op een ochtend met z’n drieën alle matjes weggehaald. Wat bleek: tijdens de verschoning van het bed legden andere collega’s die matjes niet terug. Het bleek vooral om kopieergedrag te gaan. Toen we later uitlegden dat we die maatregel hadden doorgevoerd, hadden maar weinigen dat gemerkt. Bijna iedereen kon zich erin vinden.”