Het ontwikkelen van nieuwe kennis gebeurt binnen UNO Amsterdam op verschillende manieren: door het uitvoeren van onderzoeksprojecten in het kader van promotie, door onderzoekers verbonden aan de afdeling Ouderengeneeskunde van Amsterdam UMC, en door kleinere (onderzoeks)projecten, die bijvoorbeeld binnen zorgorganisaties of themagroepen plaatsvinden en waarbij onderzoekers van de afdeling Ouderengeneeskunde veelal een ondersteunende rol hebben.
UNO Amsterdam richt zich op het gebied van kennisontwikkeling en onderzoek op de volgende thematiek:
Het onderzoek binnen deze onderzoekslijn richt zich op preventie, diagnostiek en behandeling van infectieziekten bij kwetsbare ouderen.
Het onderzoek binnen deze onderzoekslijn richt zich op kwetsbare ouderen, met name op mensen met verschillende hersenaandoeningen zoals dementie, het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington, en mensen met vasculaire hersenaandoeningen (zoals beroerte).
In de ouderengeneeskunde worden veel gegevens vastgelegd gedurende het zorgproces. Deze gegevens worden nog niet optimaal benut voor continuïteit van zorg, kwaliteitsverbetering, onderzoek en beleid. In deze onderzoekslijn brengen we daar verbetering in. Dit doen we door het bij elkaar brengen, analyseren en ontsluiten van routine zorggegevens (‘usual care data’) die worden vastgelegd door specialisten ouderengeneeskunde, en door het opzetten van een landelijk netwerk van peilstations voor het specialisme ouderengeneeskunde. Als peilstations leggen behandeldiensten, aanvullend op hun reguliere zorgregistraties, op een gestructureerde wijze informatie vast over enkele voor de sector en beleid relevante items, die gebruikt kunnen worden voor kwaliteitsverbetering, inzicht in eigen werkprocessen, wetenschappelijk onderzoek en opleiding.
Deze onderzoekslijn richt zich op het functioneren van thuiswonende ouderen, zodat zij hun dagelijkse activiteiten kunnen blijven uitvoeren, ook als zij tijdelijk zorg nodig hebben. Centraal staat de vraag hoe we door betere samenwerking in het zorgnetwerk van deze ouderen (zorgverleners, zorgaanbieders, mantelzorgers, gemeenten en zorgverzekeraars) zorgvragen kunnen voorkomen, functioneren en kwaliteit van leven kunnen behouden en de transities tussen eerstelijns, kortdurende zorg en ziekenhuis goed kunnen begeleiden.