Kwaliteitsstandaard geriatrische revalidatie in de maak

De zorg voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken tussen thuis en het ziekenhuis in, de kortdurende herstelgerichte zorg, is gebaat bij een landelijke kwaliteitsstandaard. Dat blijkt uit een programmeringsstudie van het Consortium Geriatrische Revalidatie, een samenwerkingsverband van ActiZ, Verenso, kaderartsen geriatrische revalidatie Amsterdam UMC, LUMC, Universiteit Maastricht en Universiteit Tilburg. Een landelijke kwaliteitsstandaard zal onder meer de huidige praktijkvariatie verminderen, verwacht het Consortium.

Tweesporenbeleid
Binnen de programmeringsstudie is gewerkt aan een breed gedragen ontwikkelagenda voor een praktisch bruikbare én een goed onderbouwde overkoepelende kwaliteitsstandaard voor de kortdurende herstelgerichte zorg bestaande uit geriatrische revalidatie en eerstelijnsverblijf. Op basis van de resultaten van deze programmeringsstudie is het advies om een tweesporenbeleid te volgen, namelijk een onderscheid in korte en langere termijn.

Bestaande best practices
Op de korte termijn hoopt het consortium een aantal ‘voorlopige standaardbeschrijvingen van goede zorg’ op basis van bestaande best practices te ontwikkelen. Dit betreft drie basisbeschrijvingen (generieke revalidatie en herstel, cognitie, observatie en diagnostiek) en drie doelgroepspecifieke beschrijvingen (CVA, Trauma, Amputatie) van goede zorg. Voor deze drie doelgroepen is gekozen omdat hiervoor al voldoende bruikbare best practices beschikbaar zijn, maar nog geen landelijke standaard. Voor hartfalen en generieke geriatrische hartrevalidatie zijn nog onvoldoende best practices beschikbaar.

Langere termijn
Voor de wat langere termijn komen vier thema’s naar voren waarop doorontwikkeling gewenst is, namelijk: (1) definitieve standaardbeschrijvingen van goede zorg (basis en doelgroep-specifiek); (2) revalidatieklimaat en interdisciplinair revalidatieteam; (3) triage en regionale samenwerkingsafspraken en (4) meetinstrumenten en kwaliteitsindicatoren.

Breed gedragen ontwikkeling in de geriatrische revalidatie
Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde en projectleider namens UNO Amsterdam: ‘Ik vind het heel belangrijk dat we nu gezamenlijk werken aan standaarden voor goede geriatrische revalidatiezorg. Samen met de professionals vanaf de werkvloer hebben we geïnventariseerd hoe een standaard ons verder kan helpen. Eén van de vragen was bijvoorbeeld; wat mist er nu in de praktijk nu we werken zonder standaard?
De geriatrische revalidatie is er klaar voor om duidelijk te laten zien waar we voor staan en wat er van ons verwacht mag worden. Een standaard zal leiden tot minder praktijkvariatie, betere toepassing van wetenschappelijke kennis en bovendien tot minder inefficiëntie in de revalidatiepraktijk. Heel bijzonder was ook de hoge respons en het commitment van de deelnemers aan de studie; deze lag – ondanks de coronatijd – heel hoog; hieruit blijkt duidelijk dat deze ontwikkeling breed wordt gedragen.’

Met kwaliteitsstandaard professionaliseringsslag voor de geriatrische revalidatie
ActiZ branchevereniging van zorgorganisatie is blij met de studie. ActiZ-bestuurder Ronald Schmidt, tevens lid van het Consortium: ‘Dit zijn randvoorwaarden die we nodig hebben om de zorgcontinuïteit nu en in de toekomst te borgen. Herstelzorg zoals GRZ en ELV zijn van groot belang in het bewerkstelligen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Ook na ziekte of trauma.’ Volgens Schmidt helpt een kwaliteitsstandaard in de verdere  professionalisering en draagt het bij aan de juiste zorg op de juiste plek.

Inzicht in waar verdere ontwikkeling nodig is
De ontwikkelagenda geeft inzicht waar we met elkaar de komende jaren aan verder dienen te werken. Mathieu Prevoo, als bestuurder bij Verenso lid van het Consortium: ’De patiënten in de kortdurende revalidatie- en herstelzorg zijn gebaat bij een beschrijving van kwaliteit die landelijk wordt gedragen. Verenso gaat graag aan de slag om de kwaliteit van zorg uit de praktijk van de specialisten ouderengeneeskunde te beschrijven. Met de samenwerking vanuit het Consortium, maar ook met de andere beroepsverenigingen kunnen we kwaliteitsontwikkeling stimuleren vanuit de praktijk en onderzoek.’

Document:
Eindrapport Onderweg naar Beter Januari 2021